Leert goede schrijvers de laatste 20%

Vloeken, schelden en het laatste taboe op je zakelijke blog

vloeken en schelden op je blog
‘Ik wil goddomme niet vliegen’, zei ik, ‘maar ik wil ook niet dat M. alléén naar Israel moet.’ Ik zuchtte dramatisch. God, wat is het leven zwaar.

‘Krijg geen ecorexia‘, zei een vriendin. Dat was gul van haar, want zelf woont ze in een tiny house.

Afijn, lezer, ik ging.
Idealen, keuzes, de praktijk.

Ik weet het wel, maar ik doe het niet

Net als jij. Net als wij allemaal.

Ik kan stampen wat ik wil, maar ik ben fucking gemiddeld. Ik doe de godganse dag gemiddelde dingen. Zo koop ik ook regelmatig een boek op het station.

vloeken in je blog
Vloeken is goed voor je

Stom. Nooit intrappen. Ze vallen altijd tegen. Driekwart van de bestsellers is zo slecht dat ik niet snap dat mensen niet huilen van woede terwijl ze ze lezen.

Dus ik trapte er in. Leuk onderwerp voor een blog, dacht ik. Misschien.

Want inmiddels is vloeken wél een beetje uit de mode

Als de bestsellertafels vol liggen met F*CK-titels, dan weet je genoeg. Dan ben je geen trendsetter meer als je fuck roept.

Damn.

Het boek is van de Britse journaliste Emma Byrne, een science writer with a PhD in robotics. Allemaal leuk en aardig, maar als beta snapt ze niks van bronnenkritiek. Het staat dus vol lekkere anekdotes:

[In the 2008 banking crisis] a Goldman Sachs senior manager sent an email that described a subprime mortgage arrangement as ‘one shitty deal.’

 

When the news broke, rather than apologizing to the public for the years that they sold shitty products, Goldman Sachs instead announced that they had instigated a rigorous email filter and a ‘no swearing’ policy.

Maar wat zeggen die anekdotes, over wie?

De Goldman Sachs-quote komt uit de VS. Een land waar ze zich inderdaad drukker maken over goede manieren dan over de armoede waar 1 op de 8 Amerikanen in leeft. Of was het scheldfilter een goedkope afleidingsmanoeuvre van de afdeling communicatie? Hoe valt het woord shit eigenlijk op Wall Street?

Kortom: het probleem met vloeken en schelden is dat de betekenis verschilt van subcultuur tot subcultuur. Wat zeg ik: van situatie tot situatie.

Het was 1992, of daaromtrent

Eén van de korte periodes in mijn leven dat ik een baas had. Een hoogopgeleide vrouw. Als ze verrast was zei ze: chips. Als ze kwaad was zei ze: kutje. 

Lezer, u snapt het. Het werd niks tussen mij en die baas.

Terug naar Swearing Is Good For You

Even over de titel. Waarom is vloeken nou goed?

Het is nergens goed voor. Je doet het, of je doet het niet. Net als zwemmen of aardappels schillen.

Maar ja, als je goed zoekt zijn er inderdaad meetbare resultaten te vinden die laten zien dat je minder pijn voelt als je vloekt: je hartslag gaat omhoog, een teken dat je emoties een grotere rol gaan spelen.

The observed pain-lessening (hypoalgesic) effect may occur because swearing induces a fight-or-flight response and nullifies the link between fear of pain and pain perception.

Dat geldt niet voor ál het schelden. Het geldt alleen voor niet-propositioneel schelden. Propositioneel (bewerend) schelden is: met opzet, voor effect. Wat copywriters graag doen, dus.

vloeken voor het effect
Ruben Bunskoeke: copywriters-sociolect

Niet-propositioneel is: als je uitschiet met je hamer.

Schrijvers die vloeken en schelden gebruiken die termen als versterkers. Ze verhogen de emoties: de hartslag van je tekst gaat omhoog.

‘Nee, nee, ik vind vloeken toch niet netjes’

zei een vriend die net een boek kwam afgeven. Ik vertelde hem waar mijn blog over ging.
‘Mij maakt het niet uit,’ zei ik. ‘Ik heb niks met religie.’
‘Dan nog’, zei hij; ‘het is een kwestie van respect.’
‘Voor wie?’ zei ik. ‘Je hóéft mijn blog toch niet te lezen?’
Hij dacht even na. ‘Het is niet netjes in het algeméén.’
‘Een blog schrijf je niet voor het algemeen’, zei ik. ‘Een blog is een intiem gesprek. Onder vrienden, ook al is er maar één spreker. En onder vrienden ben je jezelf.’

Hij liep hoofdschuddend weg. Hij is van het CDA, maar ik heb toch respect voor hem.

Byrne plukt naar believen uit psychologisch onderzoek

Maar we weten allemaal dat meer dan de helft van het psychologisch onderzoek niet te repliceren is. Áls gedrag onder laboratoriumomstandigheden al iets zegt over gedrag in het echte leven.

De enige onderzoeken uit het boek die ik daarom vertrouw zijn gebaseerd op grote databases met gesproken of geschreven tekst. Het British National Corpus heeft 100 miljoen woorden uit de late 20e eeuw. De Amerikaanse psycholoog Timothy Jay deed onderzoek in 1986, 1997, and 2006. Hij concludeert (pdf):

most taboo word use involves 10 frequently used terms (fuck, shit, hell, damn, goddamn, Jesus Christ, ass, oh my god, bitch, and sucks), which account for roughly 80% of the data.

 

In fact fuck and shit alone amount to one third to one half of all the episodes in counts between 1986 and 2006.

Weinig opwindend, dus.

Interessanter is dat vrouwen mannen inhalen, wat schelden betreft.

Men accounted for 67% of public swearing episodes in 1986, but the gap narrowed to 55% by 2006.

Maar geen paniek: Britse mannen schelden nog altijd krachtiger (fuck, shit, motherfucker) dan Britse vrouwen (oh my god, bitch, piss, and retard).

Hoe taboe zijn de taboes?

Kenmerkend voor scheld- en vloekwoorden is dat ze over taboes gaan. Onder elkaar zeggen zelfs vrouwen tegenwoordig kut. Maar toen ik 20 was kende ik het woord niet eens.

En hoewel ik het zelf ook weleens roep, gebruik ik het alléén als scheldwoord. Als scheldwoord is het ontdaan van zijn realiteit.

Het schuurt nog steeds. Ik zou het niet tegen mijn oma zeggen. Ik gebruik het niet in mijn schrijftaal.

Kut is niet netjes.
Maar fuck is modieus.

Je zou verwachten dat de ergste taboes de ergste scheldwoorden opleveren

En wat is nu, op dit moment, het ergste taboe in het openbaar? Waarmee verpest je de sfeer grondig, wat bespreek je alleen maar één op één of onder goede bekenden, maar nooit op je blog, niet in je online marketing, waar haal je absoluut geen klanten mee binnen?

Dat we de aarde hebben opgebruikt, zonder enige consideratie voor anderen. De opwarming van het klimaat. Ons onvermogen om ons egoïsme uit te zetten.

Dáár zou je nou nieuwe scheldwoorden over verwachten.
Plasticvreter.
Oliezuiper.
Veelvlieger.

Maar nee. Ik denk dat we het hooguit weer over klimaatverneukers zullen hebben.

 

Lees ook: Waarom ik wil dat jij mijn nieuwsbrief opzegt

tips voor beter bloggen

(Zet je VPN uit als de knop niet werkt).

Over Kitty Kilian

Kitty Kilian

Schreef voor NRC, gaf les aan vakopleidingen Journalistiek. Sinds 2011 docent copywriting | De Blogacademie. Delicate as a hand grenade.

Cursussen:
Blogbasics (beginners)
Blogpro (professionals)
Karakter & Dialoog (fictie)
Little Black Dress (strakke huisstijl)

22 comments

  • Ik heb weleens gehoord (jaja, geen bron, maar toch een interessant ideetje) dat Nederlanders qua schelden juist vrij kreatief zijn. Er zijn maar weinig talen waar ziektes in scheldwoorden gebruikt worden, zoals kankerhoer en typhuslijer.

    Ik denk dat in het Engels fuck gebruiken, helemaal niet meer werkt want het wordt veel te veel gebruikt. Het is een goedkoop trucje geworden.

    • Nederlanders schijnen de enigen te zijn die in ziektes schelden. Als het scheldonderzoek al volledig is, tenminste. Ik kan me haast niet indenken dat geen enkele andere taal dat ook niet doet. Of het creatief is weet ik niet ;-)

  • Ik trapte erin. Op de bestsellertafel lag ‘The Subtle Art of Not Giving a Fuck’. Ik heb ‘m – propositioneel;-) – geleend bij de bieb. Wat bezielt die F*CK-titels? Ik vind ze te bedácht, ze raken me niet. Maar ik vloek wel eens hartgrondig, onder vrienden. En bij botheid en afvalcontainers.

    Als zwerfafvalbemoeier voel ik vaak de vloekspagaat. Welke woorden, beelden en lichaamstaal spreken aan als je bewoners, bedrijven, scholen en bouwers mee wilt krijgen in het voorkomen van zwerfafval? Ik heb inmiddels een aardige club supporters, maar ’t is olympische sport qua marketing. Ik ga ’t aan en op sommige feestjes houd ik m’n mond, hopelijk net op tijd. Die plasticvreters ook.

  • Lastige kwestie. Vloeken is voor mij zoiets als in je neus peuteren of boeren. Je doet het niet in het openbaar. Maar ik ben Een Groot Voorstander van het gebruik van alle krachttermen die geschikt zijn voor klimaatverneukers. (Hé: de autocorrectie maakt er ‘klimaatverbruikers’ van. Dat is de reli-versie, denk ik. :-) )

  • Ik dacht dat over politiek hebben de sfeer verpest of zeggen dat je spijt hebt van je kinderen of dat je je patiënt haat. Zoiets. Het klimaat is zo gewóón. Da’s toch geen taboe? Bij die anderen: dáár zou ik nieuwe scheldwoorden verwachten.

    Of snap ik het gewoon niet?

    • Ja, over politiek schrijven op een zakelijk blog is ook not done. Daar bezondig ik me af en toe ook aan. Ik heb het over grote lijnen. Natuurlijk mag je niet op je blog schrijven dat je je kinderen haat. Maar ik bedoel: met elke vriend en vriendin die ik tref gaat het gesprek over het klimaat. En over ons gevoel van hulpeloosheid. En over ons schuldgevoel. En over onze woede op de hogere machten, die het óók niet regelen. Maar niemand heeft het erover op social media, behalve degenen die er hun brood mee verdienen. Want het verkoopt niet.

  • Ik blijf je lezen Kitty of je vloekt of niet, maar ik houd persoonlijk echt niet van vloeken.

    En natuurlijk komt dat vanuit mijn christelijke achtergrond. Ik hoef jou blogs niet te lezen en jij hoeft het niet met mij eens te zijn, maar ik wil graag uitleggen waarom ik het anders zie.

    Vloeken is voor mij een geestelijke waarheid. Woorden hebben kracht. Wat je denkt en uitspreekt schept de werkelijkheid waarin je leeft (ook als je niet in God gelooft).

    Met woorden kun je zegenen of (ver)vloeken. Een zegen is niet de abacadabra-formule uitgesproken door een priester, pastoor of theoloog, maar het zijn de woorden die jij en ik uitspreken over onszelf en anderen. Woorden die opbouwen, mooi maken, helen en troosten. Vloeken is het uitspreken van woorden (over onszelf en anderen) die afbreken, schokken, lelijk maken en kapot maken.

    Een bijzonder goed boek hierover (niet op het station gekocht) en een blijver in mijn boekenkast is het boek Zegen of vloek (aan u de keus) van Derek Prince (uiteraard wel een geloofsboek, maar erg interessant).

    Van mij kun je het vast wel hebben (hoop ik), maar vloeken gebeurt uit onwetendheid. Vloeken is overbodig en vind ik getuigen van weinig zeggingskracht.

    Al moet ik toegeven dat er vorige week een shit uit mijn mond floepte toen ik uit mijn rolstoel op de grond rolde. I am no Saint ;-)

    Benieuwd of je er ooit op deze manier naar hebt kunnen kijken.

    • Het maakt in feite voor de gebruiker van een krachtterm niet uit WELKE krachtterm hij gebruikt, als hij voor de gebruiker maar raakt aan een krachtig taboe. Voor jou kan shit heel ver gaan.

      Ik snap heel goed wat je bedoelt, en als ik bij jou kom koffiedrinken beloof ik dat ik niet zal vloeken. Maar het is zoals ik schrijf: voor mij betekent religie niks. Dus een religieuze vloek betekent ook niks. Voor mij. Voor jou wel.

      Maar dat geldt voor elke subcultuur. Ik word weer razend als mensen domme dingen zeggen over psychische problemen, bijvoorbeeld.

      Je hebt gelijk dat je met woorden kunt zegenen en vervloeken. Mooi gezegd. Het hoeven wat mij betreft alleen niet per sé religieuze woorden te zijn.

      Meer eens zullen we het wel niet worden, ben ik bang. Ik wil me wat vloeken betreft niet laten inperken door subculturen waar ik mezelf niet toe reken. Maar ik vind je heerlijk ruimdenkend.

  • Klimaatverneukers bekt lekker. Ik scheld alleen als héél boos ben. Is dat ook propositioneel? Ik scheld nooit op papier. Dus ook niet op mijn blog.

Leert goede schrijvers de laatste 20%
google-site-verification: google3d8706b2d2bb5ca6.html