BEDENK EEN BETER EINDE VOOR DIT BLOG
Challenge. Dit blog eindigde ik somber, in 2020. Eigenlijk wil je dat niet, in een column die bedoeld is om mensen op te vrolijken. Kun jij een beter einde bedenken? Ik kwam er destijds niet uit.
Zet het in de comments, ik reageer!
(NB: alleen dit weekend.)
Meneer Blogacademie loopt de hele dag te fluiten.
Hij is met pre-pensioen. Hij heeft weer een lege agenda.
Kijk, denk ik: eindelijk.
Ein-de-lijk snap ik het leven
Als je 20 bent denk je dat het gaat om jezelf begrijpen.
Als je 30 bent krijg je kinderen en je denkt: dáár ging het dus het om. Om dat blonde koppie vóór je op de fiets. Om de giechelend in je oor gefluisterde poep-en-piesmoppen. Om als ze eindelijk, eindelijk, godsamme-wat-duurde-dat-lang-maar-wat-ben-ik-trots zwemdiploma A krijgt.
Enzovoorts.
Maar nee. Het gaat om als dat allemaal voorbíj is
Als je dat werk, de kleine kinderen, je huis gehád hebt. Als het je geen zier meer kan schelen of de lamp boven je tafel van Flos is, of van de kringloop.
Als hij maar licht geeft.
Pure bliss.
Dat dacht ik
Want ja, een fluitende man in huis is een genot. Denk je eens in wat je allemaal kunt doen met zo’n goed humeur.
En nou zijn wij toevallig allebei ook nog ongelóóflijk jong en fit, zéker vergeleken met al onze vrienden en kennissen. Tijdloos, eigenlijk.
We kunnen alles nog. Nou ja, bijna alles.
Ik dacht dus: aha. Rond je zestigste begint het échte leven. Je laat je niet meer afleiden door status, invloed, geld, al dat gezeur. Je doet alleen nog wat je belangrijk vindt. Waar je zin in hebt. Wat je goed kunt.
Zeg maar: de hoofdzaken
Daar heb je alle aandacht voor, want je relatie staat als een huis, na al die jaren. Je kent elkaar dóór en doór.
Toch?
Maar nu lees ik Mindwise. How we understand what others Think, Believe, Feel and Want, van de Amerikaanse gedragspsycholoog Nicholas Epley. Hij stelt dat echtparen die lang bij elkaar zijn slechts 4 van de 10 keer correct raden welke score de ander zichzelf geeft op – noem maar wat – het gebied van zelfvertrouwen.
Slechts vier.
Erger is, dat ze 8 van de 10 keer denken dat ze het correct voorspellen.
En nóg erger is, dat die overschatting toeneemt naarmate stellen langer bij elkaar zijn.
More time together did not make the couples any more accurate; it just gave them the illusion that they were more accurate.
Is mijn hele bestaan dus op drijfzand gebouwd?
Ik hol meteen de trap af. ‘Hou eens op met fluiten, ik moet weten welk eten jij denkt dat ik het lekkerst vind.’
Meneer Blogacademie lacht. ‘Sla. Die ben ik net voor je aan het maken. Ik dacht: ik doe er vandaag olijven bij, daar hou je toch -‘
‘Getver, olijven. En welke film vind ik het beste?’
‘Em.. ik weet niet, waar wil je heen?’
‘Wat is mijn lievelingskleur?’
‘Groen?’
‘Hallo zeg, wat heb ik nu dan aan? Ziet dat er groen uit? Tjiezis. In welke eeuw had ik het liefst willen leven?’
‘Dat is makkelijk. De zeventiende eeuw.’
‘Wat zou ik nooit aantrekken?’
Meneer Blogacademie denkt na. ‘Een corset.’
Ik schud mijn hoofd. ‘Wie is mijn favoriete politicus?’
‘AOC?’
‘Waar wil ik heen op vakantie?’
‘Scandinavië. Nee, de Baltische staten. Wacht even. Berlijn, zei je laatst. Toch?’
‘Wat is mijn mooiste herinnering?’
‘Onze trouwdag?’
‘Wat is mijn lievellingsboek?’
Ik zucht. ‘Voor hoeveel procent schat jij eigenlijk dat je mij kent?’
Meneer Blogacademie knipoogt. ‘Ik ken jou door en door, wijffie.’
Dramatisch. Nicholas Epley heeft gelijk
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%.
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
Het wordt een eenzame oude dag.
Of, of doordat ik je zo goed ken, of denk te kennen en we het toch samen kennelijk goed kunnen rooien maakt het ons niet meer uit dat de feitjes niet helemaal kloppen. Kan ik er juist van genieten dat ik kan zijn wie ik ben, met al mijn grilligheden.
Dat jij je niet door de eerste en de beste onderzoeker uit het veld laat slaan. Lekker fluitend je werk blijft doen als ik weer eens Nicholas Epleys blog uittest.
Man wat hou ik van die 40% die je goed hebt en nog meer van de 60% waar we nog lekker mee kunnen stoeien!
Dank je Yvonne! Helaas sluit de stijl niet echt goed aan bij het voorgaande.
Dan legt hij een bol wol voor me neer op tafel. ‘Admiral Hanf’ staat er op het label. “Duurzaam en biologisch afbreekbaar. Zag het liggen bij de kringloop. Leek me echt iets voor jou.”
Misschien kent mijn man mij goed genoeg.
Haha! Dat is een goeie!
Duurzaam en biologisch afbreekbaar :-D Waar haal je het vandaan. Zou ik meteen willen hebben, ja.
Ik vind hem mooi!
Qua stijl vind ik het woordje dan een beetje… hm… te makkelijk. Ik zou hem denk ik meteen laten praten, dan heb je dat verbindingswoord niet nodig.
En de laatste zin kan sterker. Kom op. Misschien iets als: ‘Rot op met je statistieken, Epley.’?
Sorry hoor, ik vind de commentaren leuker dan je blog.
En voor hoeveel procent ik m’n partner ken? Dat scheelt per dag.
Ik ken mijzelf denk ik voor minder dan 40%.
Geen sorry nodig! Enjoy ;-)
Ha Kitty, ik heb geen nieuw einde voor je (dat is er inmiddels sowieso al gekomen, zie ik) maar voor mij gaat het fout in de overgang van de quote van Epley naar jouw vraag:
Is mijn hele bestaan dus op drijfzand gebouwd?
Het fundament van vriendschap en liefde is niet **kennis** van de ander, maar **acceptatie**.
Ik zie dat drijfzand dus niet. En jij zelf toch ook niet? Kan ik me in ieder geval niet voorstellen.
Nee. Natuurlijk heb je gelijk. Maar dit hele stuk is ironisch. Die man in het stuk is juist hartstikke lief, en de ik is een kenau ;-)
Overigens is snappen hoe de ander in elkaar zit enz. wel bevorderlijk, in mijn ervaring. En dat snappen lukt steeds beter naarmate je ouder wordt.
Er valt gelukkig nog veel te ontdekken. Het wordt een spannende oude dag.
Dat is een te snelle omslag, Anita. Niet geloofwaardig als je de rest van het stuk in ogenschouw neemt.
Heerlijk. Nicholas Epley heeft gelijk
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%. En ik heb nog 60 % van hem te leren kennen. Wie had dat gedacht?
Ons huwelijk is dus nog steeds een wederzijdse ontdekkingsreis.
Het wordt een boeiende oude dag.
Dat is een wat al te snelle omslag, Karen. Die moet wel geloofwaardig zijn.
Meneer Blogacademie knipoogt. ‘Ik ken jou door en door, wijffie.’
Nicholas Epley heeft gelijk
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%. En met het klimmen der jaren krijgt hij meer zelfvertrouwen over zijn eigen inschatting.
Dat valt mee
Ik hoef Meneer Blogacademie steeds minder gerust te stellen over zijn kijk op zijn levenspartner. Hij krijgt een oude dag vol aangename foute aannames en weinig kopzorgen daarover.
EN FEEST VOOR MIJ
Een voor 60% onbekende man gaat me op mijn oude dag dagelijks verrassen.
Daar kan geen 100% jonge god tegenop!
Wow, jij hebt er goed over nagedacht, Nina. Je houdt je oplossing goed in lijn met de rest van het stuk. En het is een mooie tournure. Hij gaat nog steeds een beetje snel naar mijn smaak, maar hij kan.
Ik zou hem zelf iets uitkleden. Minder woorden. Geen uitroeptekens. En die nadruk op de cijfers vind ik zelf niet zó, want de cijfers zijn bijzaak. Ik zou ook de ikfiguur en haar fijne leven straks er uit halen, want dat is nergens eerder ter sprake gekomen.
Dan krijg je zoiets:
…Meneer Blogacademie knipoogt. ‘Ik ken jou door en door, wijffie.’
Nicholas Epley heeft gelijk
Mijn eigen man kent me voor nog geen 40%. En met het klimmen der jaren krijgt hij nog meer vertrouwen in zijn inschatting, ook.
Een meevaller, eigenlijk
Ik hoef Meneer Blogacademie dus steeds minder gerust te stellen. Hij krijgt een oude dag vol aangename foute aannames, terwijl ik lekker mijn eigen gang ga.
Thanks, Nicholas.
Als ik een einde zou moeten schrijven dan ben ik m’n weekend kwijt, maar ik verwachtte eigenlijk dat de wending zou komen bij het besef dat de antwoorden van meneer slechts weetjes zijn, geredeneerd op vragen vanuit het hoofd.
Zijn intenties daarentegen zijn blijken van liefde; hij doet olijven in de sla omdat jij daar zo van houdt, hij vraagt welke film je dan wél wilt zien, en ik vermoed dat als je een reisje wilt maken dat hij dan meegaat waar jij het liefste heen wilt.
That’s the spirit van meneer; als jij maar happy bent. Das vanuit het hart. Daar heb je wat aan.
Een zekere nonchalance is noodzakelijk anders heb je zo’n zwaan-kleef-aan te pakken… zo’n man die mee wil naar de stad als je kleding nodig hebt, en dan ook nog iets zegt als je een pashok uitkomt. Brr…
Jazeker, die hints had ik er in gestopt. Goed opgemerkt! En juist omdat hij zo’n schat is, is de klacht van de zware oude dag slechts ironie.
Het enige wat deze tekst nog een pietsie sterker zou kunnen maken is wijffie veranderen in meissie (iets duidelijker) en de laatste alinea schrappen.
Exact. Dat is de oplossing die ik zelf had bedacht, als alternatief.
Hoewel de oplossing van Frank Strolenberg, hier in de comments, nog beter is.
Ander einde van de blog
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%.
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
Wordt het een eenzame oude dag?
Dan staat hij naast me. ‘Daar is die frons weer’ zegt hij, terwijl hij met z’n duim over mijn voorhoofd wrijft. ‘Ga even rustig zitten, zet ik een potje thee en dan masseer ik je nek. Zul je zien dat het zo beter gaat’. Ik kijk hem aan. ‘Ik ken je toch’ zegt hij, ‘honderd procent’.
Haha! Heel goed.
Dat is inderdaad een prima draai.
Hij is ietsje te lief voor mijn gevoel – een potje thee zetten én je nek masseren? Maar zo’n ommezwaai is geloofwaardig en de laatste zin is sterk!
Ik heb hem nog even ge-edit zoals ik hem zou gebruiken. Goede oplossing, Frank!
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%.
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
Het wordt een eenzame oude dag.
‘Daar is die frons weer’, zegt meneer Blogacademie. Hij slaat zijn armen om me heen. ‘Ga jij maar even rustig de krant lezen, dan krijg je zo een kop thee van me.’
Ik kijk hem aan.
‘Ja, mét chocola. Ik ken je toch’, zegt hij.
>> Ik zou die 100 procent aan het einde weglaten, omdat dat een beetje dubbelop is. Te veel nadruk op de cijfertjes, ook.
O.k here goes:
Vervang deze zinnen
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
Het wordt een eenzame oude dag.
Door deze:
Ik kijk weg en sjok naar de koelkast, maar als ik hem opentrek voel ik ineens mijn wangen gloeien.
Chocolademousse met slagroom.
Dus de ik-figuur vindt een bakje chocolademousse belangrijker dan haar huwelijk?
Of bedoel je dat de man haar wel degelijk goed kent en haar favoriete toetje heeft gekocht? In dat geval moet je die aanwijzing al in het verhaal stoppen. Dat zou wel een leuke oplossing zijn, in dat geval!
Dat is precies wat ik hiermee bedoel. Een hoopvol einde.. Misschien is die 40% toch eerder 90%. Een paar kleine foutjes maken mag.
Goed bedacht!
Het moet je lezer wel 100% duidelijk zijn wat je bedoelt, dus ik zou er iets ondubbelzinnigs van maken als:
Het wordt een eenzame oude dag. Goddomme. Chocola dan maar.
Ik trek de ijskast open. Ik kijk meneer Blogacademie aan: ‘Hee, heb jij chocolademousse gekocht?’
Hij knikt. ‘Ik zag je dat boek lezen. Dus ik dacht: dat heeft ze nodig, straks. Ik ken je toch.’
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
Getver wat gemiddeld.
(Da’s nog steeds wat somber he? Maar in ieder geval maak je je dan niet druk om je huwelijk of je oude dag.)
Ha! Ja, het is enigszins in lijn met de rest van het verhaal. Maar het biedt geen oplossing, nee.
Dank voor je bijdrage!
Ik denk dat de zin ervoor het probleem is, die conclusie is hard.
Een nieuwe poging voor een luchtig einde:
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%.
Maar hij fluit. Dus wat zeur ik nou?
Ja, je hebt gelijk. Die zin is nogal donker, van die wederzijdse hallucinatie ;-) Goede observatie! Als je die ook vervangt kun je al veel meer kanten op.
Je einde is niet verkeerd, zo. Maar haar omslag komt nog steeds erg snel, voor mijn gevoel (toegegeven, timing is persoonlijk). Misschien anders:
Mijn eigen man kent me voor nog geen 40%.
Maar hij fluit. Dus ik hou mijn mond.
Dan draai je nog niet meteen voor 100% om.
Voor mij voelt dat nóg te snel. Ik had een andere oplossing in mijn hoofd, al is die ook niet helemaal perfect. Ik wacht nog even af.
Ik ben benieuwd!
Hier staat het antwoord inmiddels.
Ja leuk!
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%.
Maar hij fluit. Dus wat zeur ik nou? Ik ga een biertje voor hem pakken, zijn favoriete.
(Nu staak ik mijn pogingen haha)
Te lief. Zo lief dat het niet blijft hangen. Je wil een hoogtepunt, een krachtig einde.
Haha! Ik beleef het niet als een somber blog, ik moet er juist erg om lachen. Een tikje huwelijks-zelfspot.
Ik heb helemaal geen behoefte er een ander einde aan te breien (een van je hobby’s, heb ik nu 1 uit 10?).
Ik grinnik juist om je laatste zin, want ik lees ‘m ironisch.
PS. Mijn partner ziet niet wat ik draag, maar wel hoe mooi ik volgens hem ben.
Hij kan je dus na 5 jaar niet vertellen wat in mijn kast hangt, en over nog eens 5 jaar nog steeds niet- maar ik weet wel wat ik belangrijker vind. ;-)
Ja, het is ironie. I-ro-nie.
Maar een beetje zwaar. Het kan lichter.
Waarom verplicht positief eindigen? Ik vind dit wel wat hebben. Leuker dan ‘Er valt nog heel wat te ontdekken’
Zeker, dat zou te flauw zijn. Je wil niet dat je stuk leegloopt als een ballon zonder knoopje.
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
Anderen slikken daar een pil of wat voor op een festival.
Zou kunnen. Zou kunnen. Maar (net als ik al schreef bij de meeste andere mensen die zo hartstikke aardig waren om een alternatief einde te verzinnen:) het komt te abrupt. Er is tijd nodig voor zo’n overgang.
Zijn lievelingskleur is trouwens groen.
Zeker weten.
Ha, is dat een nieuw einde Trudy? Dat is een goeie! Een plotse perspectiefwisseling, waaruit blijkt dat zij óók niks van hem snapt. Dat kun je inderdaad snel tot stand brengen. En dan moet je er wel voor zorgen dat je lezer het direct begrijpt wat je bedoelt. Dus in dit geval zou ik daar dan dan een kleine scène omheen bouwen. Zoiets:
..Het wordt een eenzame oude dag.
‘Had jij nog paté gekocht, trouwens?’ vraagt meneer Blogacademie.
‘Jazeker. Je favoriet. Tuinkruiden.’
Hij slaat zijn armen om me heen. ‘Boerenpaté. Boe-ren-pa-té. Hoe vaak moet ik dat nog zeggen? Het is maar goed dat ik jou beter ken dan jij mij.’
Ja, ik snap wat je doet maar nu vind ik het dan weer een beetje too obvious en afbreuk doen aan de mooie aflopende lijn van jouw blog.
Ik had eerder nog overwogen om te eindigen met:
Zíjn lievelingskleur is trouwens groen. Of donkerblauw, daar wil ik vanaf wezen.
Ook nog overwogen:
Zíjn lievelingskleur is trouwens groen. Dacht ik.
Vind je het dan nog steeds te onduidelijk voor de lezer en meer context nodig hebben? Hoor het graag.
Ik snap je. Als je in het ritme van het blog wil blijven is één enkele zin mooier, ja.
Die zin is op zich goed, en met de toevoeging klopt het. Alleen, waarom schrijft de ikfiguur dat dan opeens op? Dat past weer niet in de logica van het stuk.
Mijn eigen man kent mij voor nog geen 40%.
alternatief einde:
Da’s mooi, dan kan ik ‘m tenminste nog eens verrassen.
Ook voor jou: de overgang van deceptie naar opgewektheid gaat te snel. Daar is tijd voor nodig. Daar gaan een paar regels overheen.
Eureka! Hier word je toch blij van? Weg met de meuk waarvan ik dacht dat hij het leuk vond. Nooit meer dat zwarte jurkje aan en al helemaal geen olijven meer!
Nee, wij gaan het anders doen.
‘Zeg schat, ik wil in Argentinië de flamenco dansen. Ga je mee?’
Dank je, Maria. Maar de overgang van deceptie naar optimisme gaat zo te snel.
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
“Welnee,” schudt een vriendin van me, als ik mijn ongenoegen uit,“het is juist goed als je elkaar niet van binnen en van buiten kent én dat je dit beseft. Dat houdt de ander een tikkeltje mysterieus.”
Ach natuurlijk. Esther Perel. Helemaal vergeten.
Ik bel mijn man.
“Schat! Ik ga een maandje weg! Een trektocht door Tibet!”
Lucht is het grote geheim voor verlangen. Bring it on baby.
Esther Perel. Helemaal vergeten 😂
Het komt een tikje abrupt, die oplossing. Maar Perel is goed!
😁😄 Haha!
Klopt, wel wat abrupt.
Poging 2…!
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
“Welnee,” schudt een vriendin van me, als ik mijn ongenoegen uit aan haar keukentafel,“het is juist goed als je elkaar niet van binnen en van buiten kent én dat je dit beseft. Dat houdt de ander een tikkeltje mysterieus.”
Ach natuurlijk. Esther Perel. Helemaal vergeten.
“Ik denk trouwens dat ik je beter ken dan je man”, grapt ze. “Wat zou je nou echt graag willen in je leven?” Ik kijk in de verte, en probeer terug te halen wat het nou was waar ik volgens mijn vriendin zo naar verlangde.
“Weet je nog waar je het vroeger altijd over had? Die reis die je wilde maken, maar die je destijds niet aandurfde.”
Verrek. Ze heeft gelijk!
Plots welt er een gevoel op van nu-of-nooit. Ik voel een kracht in me omhoog komen die ik nooit eerder heb gevoeld. Ik durfde nooit als twintiger. Maar nu! Nu is het tijd! Ik ben niet bang meer voor enge mannen. Of enigszins, maar ik laat me er niet meer door tegenhouden. En mijn relatie, die overleeft het wel. Sterker nog: die kan misschien wel wat extra sjeu gebruiken.
Dat zou nog eens wat zijn zeg, kom ik terug, hebben we niet alleen geweldige verhalen aan elkaar te vertellen, maar staan we ook weer in vuur en vlam voor elkaar. En dat zonder tantracursus. (Want daar waag ik me nog steeds niet aan. Nee echt niet. Ja ik weet dat jij het ge-wel-dig vond.)
Onderweg naar huis wordt mijn innerlijk besluit alleen maar sterker. Tegelijk weet ik: als ik zo voor hem sta, dan blijft alles bij het oude. Het moet nu. Zeg het! Doe het! Dat ben je aan jezelf én je man verplicht. Afstand, zelfvoorzienendheid, the erotic unknown. Looking with new eyes. Dáár gaat het om. Ein-de-lijk snap ik het leven.
Ik bel mijn man.
“Schat! Ik ga een maandje weg! Een trektocht door Tibet!”
Lucht is het grote geheim. Bring it on baby.
Ik bestel bij thuiskomst alvast een lingeriesetje. Zwart. Mét jarretels. Voor als ik weer thuis ben. Want daar houdt ie zo van. Ik ken ‘m toch!
Wow, Geertje, wat een werk heb je ervan gemaakt! Comlimenten.
Ik zie wat je bedoelt. Ik zou het zelf korter houden – in stijl met de rest. Dan kom ik op zoiets uit:
…Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie.
‘Welnee,’ zegt vriendin F., ‘dat is juist goed, als er nog wat te raden is. Ik denk trouwens dat ik je beter ken dan hij. Wat wou jij nou altijd nog eens doen?’
Ik denk na. Wat was het, waar ik volgens F. zo naar verlangde?
‘Naar Tibet. Je wou naar Tibet.’
Verrek. Ze heeft gelijk. Ik bel meneer Blogacademie. ‘Schat, ik ga een maandje weg. Op trektocht.’
Hij zucht. ‘Toch niet naar Tibet, hè? Je weet toch dat je altijd vol enthousiasme aan een wandelvakantie begint, en dan na drie dagen al naar huis wilt, naar je eigen bed?’
Mooi! Ja zo klopt ie. En tof dit! Dank voor deze schrijfopdracht :)
PS en dank voor het compliment :)
Die man van dik in de tachtig. Die ruim 60 jaar elke dag dat zalige kapje van het brood haar kant op schoof. Omdat ze dat zo lekker vond.
Die vrouw. Die ruim 60 jaar elke dag tegen heug en meug dat kapje at. Omdat het toch zonde was om weg te gooien.
;-) Maar dat is niet je nieuwe einde van dit blog, toch?
Dit was iets dat direct opplopte. Dat mag ook.
Geef me even een meivakantie (of een kerstvakantie) om tot een beter einde te komen voor je blog :)
;-) Je weet dat ik ongeduldig ben, hè?
Je weet dat ik me daar geen knor van aantrek hè?
Jeetje.
Een einde: wat denk je van:
Maar ach, we zien elkaar graag.
Of wellicht moet het in het NL zijn:
Maar ach, we houden van elkaar.
Te plat?
Helemaal niet plat. Maar het einde van een stuk moet krachtig zijn. Crescendo.
Het wordt een eenzame oude dag, mét sla en olijven. Dat dan weer wel.
Maar daar hield ik juist niet van!
Kweettut… daarom juist ;-)
Ons huwelijk is niet meer dan een wederzijdse hallucinatie. Dat wordt een ontdekkingsreis. Snel schuif ik achter de pc. Ik geef google de opdracht om te zoeken op nordic walking stokken.
Never nooit, die rare stokken! :-D
Het is een positief einde, maar de ommezwaai in de emotionele toestand van de ik-figuur komt te snel. Ze is teleurgesteld – ze kan niet in één regel herstellen en positief gaan denken. Daar gaat enige tijd overheen.
Vervang nou gewoon die laatste zin door:
En hallucinaties kun je zo mooi maken als je zelf wil. Geweldig toch?
Een laatste zin moet pittig en pakkend zijn. Crescendo. Jouw voorstel is helaas te braaf.
En dat is heerlijk.
Lekker eenzaam zijn.
En mezelf begrijpen.
Dat ik vandaag turquoise de allerprachtigste kleur vind, en morgen van grijs houd.
Dat ik gisteren best tevreden over mezelf was, en vandaag me als een ouwe lulla zie.
Dat ik vorig jaar zo graag naar Zuid-Afrika was gegaan, en nu een weekje Amsterdam geboekt heb.
Heerlijk, zo met mezelf in gesprek. En als ik mezelf dan helemaal niet meer begrijp, dan geef ik mijn lief de hand.
En lopen we hand ik hand
langs het strand.
Dank je, Geertje. Maar dat is wel erg ver van alles wat ervóór staat. Je wil toch dat het einde qua stijl aansluit op de rest.
Ok, een nieuw eind bedenken dus…
‘En wat nu? Nu zijn we dus op een tweede huwelijksreis. Met een auberginekleurige* bikini in mijn koffer. Misschien geeft dat een hint. Op pad om elkaar écht door en door te leren kennen. Daar hebben we dan weer de rest van ons leven voor.’
* Een gokje na het zien van één van je foto’s, maar dat terzijde.
Nee, aubergine is niet helemaal mijn kleur. Ik hou het op blauw ;-)
Ja, dat is een einde, maar de ommekeer in emoties komt te abrupt.
Hahaha, heerlijk verhaal. Had ‘m gemist. Maar hey, ik vind het einde nog helemaal niet zo negatief. Wel mooi, eigenlijk. Jullie kennen elkaar dan misschien minder goed dan jullie denken, maar voor zover ik het kan inschatten hebben jullie het goed samen. En hoe minder je van elkaar weet, hoe meer er nog te ontdekken valt.
Kun je ook zeggen ;-)
“Het wordt een ongekende oude dag.”
Haha, slimme, snelle oplossing!
Ongekend is een woord dat weinig richting geeft, dat zou mijn bezwaar zijn. Ik vind altijd dat je krachtig moet eindigen.
Heerlijk toch, zo’n leven vol verassingen. Ik geniet er elke dag van :)
Oh, wat een heerlijke, prachtige, zalige blog.
Hardop lachen en ook een traan.
Fan-fokkin-tastisch blog, (Ja laat mij maar even, ik ben net aan de hormonen tegen de overgang ;-)
*Slik*
Hahaha, heerlijk
Dit doet me denken aan dat oudere stel dat al jaren en jarenlang boerenkool at op vrijdag. Ze dachten allebei dat de ander het zo lekker vond. Maar nee hoor. Ze vonden het allebei helemaal niet lekker.
Het leven blijft vol verrassingen.
Haha!
Welke partner? ;-)
Ik ondersteun een man die blind is. Gaat veelal via de telefoon. Hij probeert voor mij van alles te bedenken wat ik leuk vind en heeft het dan vaak mis. Komt omdat ik niet alles vertel. Zelf loopt ie in elk gesprek zijn dagritme, keuzes en voorkeuren te verkondigen. Van mij hoeft dat niet, ik laat het maar langs me heen glijden. Maar op die manier is het niet moeilijk om te weten dat ie van Formule1 houdt en dat zijn hond onderweg teveel snuffelt.
Haha! Die hond.
Nou kan ik me van een blindengeleidehond wel weer voorstellen dat je niet wil dat hij de hele tijd stil staat.
Maar even serieus. Als mensen duidelijk maken wat ze graag willen lijkt dat me enorm handig in het dagelijks contact. Mits dat terzake is.
Zelf vind ik veel dingen minder terzake, dan hij.
Weten verdringt verwondering.
Ook bij ironie?
lovely copy
Hee, Nicole! Mooie site hebben jullie nu. ‘Geen concessies. Design is een vak. Eén keer goed betekent jaren plezier.’ Zo is het.
Met pre-pensioen? Hoe goed of slecht je elkaar ook kent, soms zit ie gewoon in de weg. Ook als hij fluit, t’is even wennen.
Het wennen valt mee. Hij blijft op zijn eigen verdiep ;-)
Hoeveel verdiepingen hebben jullie?
Twee. Ik zit onder het daklicht, waar het lekker tikt als het regent.
Wat heerlijk toch als je zó kan schrijven. Ik las ‘m voor aan mijn man. Wij denken ook dat we elkaar goed kennen. Gelukkig hebben wij nog heel eventjes voor we 60 zijn. Ik ga snel een lijstje met vragen maken.
Ja, begin er vast aan ?
Die van mij zit tijdelijk zonder werk. Hopelijk tijdelijk, want ik kan het flip flop geluid van zijn slippers niet meer horen. En zijn meewarige wat-maak-je-je-toch-onnodig-druk-om-je-werk blik niet meer zien.
Als hij straks opnieuw tot aan zijn nek in de fulltime modder zit, leer ik hem wel weer kennen. Tot die tijd handhaving.
Ach gossie.
Gedogen dan maar ;-)
Zolang de hallucinatie wederzijds is, is er niks aan de hand.
Fijn blog! We zitten as we speak aan de wijn, met jouw vragen erbij. Pff, ik kan ze niet eens eens beantwoorden voor mezelf!
Haha! Hoe liggen de percentages?
Rood, ruitjesbroek/spencer, UK, curry. Die had ik goed.
40% niet gehaald, maar we zijn dan ook nog geen 15 jaar samen. :-)
Jong grut.
Laatbloeiers.
Wow wat leest dit weer heerlijk, ik leer er wat van en het laat mij glimlachen :-)
De vraag is hoe erg het is. En daarbij: zo heb je nog wat te communiceren, toch?
Ah wat mooi. En geestig!
Mooi voorbeeld van It’s all in the eye of the beholder.
Inderdaad.
Of een spannende oude dag….waarin je elkaar weer helemaal leert kennen. Hoe spannend en leuk zijn die eerste jaren wel niet! En die mag jij allemaal overnieuw beleven. Veel plezier!
Geloof toch niet wat anderen schrijven. Nu is het een psycholoog en morgen een pastoor. Je bent gewaarschuwd.
Pastoors komen er niet in ;-)
Oh heerlijk blog. Op een of andere manier klinkt het toch als een fijn vooruitzicht.
Je hoort mij niet klagen.
Heerlijk, als ik dit lees is minder ‘erg’ om een vriendje te hebben die op een andere planeet leeft. Vorige week heb ik net de hoop opgegeven dat de intimiteit die ik wens voor ons kan bestaan. Het leek een verlies :).
Oei. Zeg, dit blog was wel ironisch. En liefde is er in alle soorten en maten.
Niet schrikken: Een beetje zelfspot kan geen kwaad toch?
O, gelukkig.
Ben je gek! Nu kun je elkaar elke dag verrassen met weer een nieuwe ontdekking! No way dat het saai wordt zo. Heerlijk.
Wees blij dat je dit hebt geleerd. Stel je voor dat je nog steeds zou denken dat je m door en door kent. Of hij jou. Dat is pas saai.
Saai? Dat nooit.