Hoe krijg je lezers op je blog? (luister niet naar je man)

Je hebt alles op orde:
Je WordPress theme is opgepoetst.
Je schrijfstijl is onnavolgbaar.
Je bedrijf is er helemaal klaar voor.

En nu, vraag je: hoe kom je nu aan traffic?

Kijk. Ik zal het ’s voor eens en voor altijd goed uitleggen. Dus pak nog een kop koffie. Ik wacht wel even.

Klaar? Nog een stroopwafel erbij?

Het gaat bij zakelijk bloggen om drie dingen:

Een aantrekkelijke inhoud, zichtbaar zijn en vindbaar zijn.

Het maakt niet uit waar we beginnen, want alles hangt met alles samen.

1. Hoe vinden lezers je blog?

Allereerst: een blog schrijf je voor oude én nieuwe lezers.

Oude weten je al te vinden. Ze volgen je op Linkedin of op Twitter of ze krijgen je blogupdates in de bus. (Ook wel e-zine genoemd, of nieuwsbrief. De inhoud kan uiteenlopen van pure reclame tot pure belangeloosheid.)

Dat is dus al geregeld.

Laten we het eerst even hebben over nieuwe lezers.

Hoe vind je nieuwe lezers?

Er is maar één manier om nieuw verkeer naar je website te krijgen: je moet stroompjes aftappen van de wereldwijde digitale internet-rivier. Je moet aandacht trekken.

Als we betaalde reclame buiten beschouwing laten is er maar één ding dat werkt om aandacht te trekken: anderen delen jouw posts met hun volgers. Op Twitter, Facebook, Pinterest enzovoorts.

Een klein deel van hun volgers klikt misschien op jouw link.

Misschien.

Dat hangt er van af hoe leuk de tweet is, of de pin, of de ander er een enthousiaste aanbeveling bij zet, op welk moment ze het post en hoe actief haar volgers zijn.

Wanneer delen lezers je stukken?

Je lezer is een lezer.

Hij moet je stuk willen lezen.

En hij leest je stuk pas als de kop hem aanstaat. Je kop is dus belangrijk. Als je kop niet deugt kun je de rest van het bericht wel weggooien.

De kop geeft aan waar je stuk over gaat, hij licht een tipje van de sluier op en hij maakt je lezer nieuwsgierig. Liefst alledrie tegelijk. (Check dit gratis ebook over goede koppen schrijven).

Aan de andere kant: een lezer leest je stuk alleen als het onderwerp hem interesseert. Een informatieve kop bij een blog over metaforen is voor mij genoeg om te klikken. Terwijl zelfs een supersonische kop over bitcoin mij dat stuk niet doet openen. Dus laat je niet gek maken.

Wat moet er verder in je blog?

Wat lees je liever:

• korte stukjes waar je in twee minuten klaar mee bent, of langere stukken die zo interessant zijn dat je er voor naar de bank verhuist?
• theoretische artikelen, of posts met praktische tips die je meteen kunt gebruiken?
• posts die je nauwelijks beroeren, of stukken waar je om moet schaterlachen?
• stukken van iemand die zich op de vlakte houdt, of blogposts waarin de schrijver zich helder uitspreekt?
• stukken met voor elk wat wils, of inspirerende stukken die je doen opspringen: dit wil ik ook?

Mooi. Dan weet je wat je te doen staat:

2. Schrijf aantrekkelijke stukken

Wij, online schrijvers, zijn allen lezer en schrijver tegelijk: we weten precíes wat we graag lezen. En dus weten we ook precies wat we zouden moeten schrijven.

We zijn er alleen te lui voor.

Snap ik best.

Maar bloggen is werk. En hoe voller het wordt, online, des te belangrijker goed werk is.

Wat helpt nog meer om anderen dat aantrekkelijke stuk met die goede kop te laten delen?

• Mooie plaatjes. Want plaatjes krijgen meer aandacht dan tekst. Maar teksten krijgen weer lánger aandacht dan beeld. Je hebt ze allebei nodig.

• Een post schrijven waarmee je lezer bij haar vrienden voor de dag kan komen.

• Zó inspirerend schrijven dat zij het warm krijgt – gloeiend van een geluksgevoel dat ze wil dóórgeven.

Want hoeveel stukken je ook leest over waarom andere mensen sharen – de marketingpsychologen missen vaak een belangrijke motivatie: de meeste mensen doen andere mensen gewoon graag een plezier.

Ja, we delen interessante stukken omdat we intelligent willen lijken. Ja, we willen laten horen hoe genuanceerd we denken over actuele kwesties. Ja, we doen onszelf graag een tikje beter voor dan we zijn en we laten een wat positiever beeld van ons leven zien dan de exacte realiteit. Aan anderen én aan onszelf.

So what?

Zo zitten we nou eenmaal in elkaar.

Maar hoe we óók in elkaar zitten: we dromen van een betere wereld. Als we een fantastisch blog delen, bijvoorbeeld over hoe hulpverleners patiënten met verlammende psychische aandoeningen béter kunnen helpen, helpen we de schrijver. En de hulpverleners. En de patiënten.

Doen we graag.

Dus top-stukken zijn het geheim?

Helaas. Dat is nog maar de helft van het verhaal.

Nu komen de oude lezers.

Je fans. Je online vrienden.

Vrienden die jouw blogposts altijd willen lezen, én die ze regelmatig zo goed vinden dat ze ze willen delen.

Als het héle goede vrienden zijn delen ze zelfs posts die ze misschien niet 100% vinden. Omdat ze de vriendschap belangrijker vinden dan hun eigen online reputatie.

En hoe máák je online vrienden?

Wat denk je zelf?
Door een vriend te zijn.

Go share.

(En luister bij twijfel over wel of niet delen altijd naar je lichaam. Dat kent je grenzen.)

3. En hoe zijn we nou zichtbaar online?

Als anderen je werk vaak delen, ben je vanzelf goed zichtbaar.

Hoe vindt Google je blog?

Een deel van je nieuwe lezers komt via de zoekmachine. Tegenwoordig hebben we het alleen nog over Google.

Google indexeert de inhoud van elke website automatisch – met bots, kleine programmaatjes die continu over het web crawlen.

En Google past die programmaatjes voortdurend aan, zodat ze zich meer en meer als mens gedragen.

Veel SEO-trucs die een paar jaar geleden goed werkten kun je nu beter niet meer uithalen – op straffe van een daling in de Google-ranking.

Waar moet je nog wel rekening mee houden?

1. Plaats genoeg linkjes. Interne én externe.

2. Schrijf een blog met een gezonde zakelijke focus. Ben je een tandarts? Schrijf dan niet voortdurend over  je katten, je boot en je kleinkinderen. Een keertje is geen probleem. Maar als je niet vooral over gebitten schrijft, neemt ook Google je blog niet serieus.

3. Gebruik je keyword (de term waarop je verwacht dat lezers naar jouw onderwerp zoeken) in je kop, in je tussenkopjes en in de platte tekst.

4. Vul de alt-tags van je plaatjes in, in termen die samenhangen met het onderwerp van je blog.

Verder is SEO steeds meer een combinatie van goede inhoud en usability. Lees Ruben Bunskoeke maar.

En wat moet je vooral niet doen?

Wat je ook doet: luister niet naar je man.

Die snapt het niet.

Als je tijdens een fietstocht in de kroeg je smartphone pakt om je mail te checken, zucht hij luid.

Als je na het ontbijt op zaterdag je iPad naar je toetrekt om je blogcomments te lezen, gaat hij in de keuken overdreven hard messen en vorken in de la gooien.

Als je ontroerd bent door een tweet van iemand die jou helemaal snapt, kijkt hij misprijzend: ‘Het zijn geen échte vrienden, hoor.’

Laat hem maar

Hij trekt wel bij, over een jaar of twee.

Online werk is écht werk en het levert een écht inkomen op.

Niet iedereen snapt dat.

Dus neem je blog serieus.

Antwoord als mensen de moeite nemen om commentaar te leveren. Check je email om te zien of je lezers vragen hebben. Stuur handige artikelen naar je online vrienden.

(En maak elke dag een ommetje met je man.)