Leert goede schrijvers de laatste 20%

Hoe schrijf je over jezelf?

foto van acteur: hoe schrijf je over jezelf? als personageJe wil meer over jezelf bloggen.
Maar je durft niet.

Dat snap ik.
Dat is heel normaal.

Weet je nog, je eerste spreekbeurt, over je konijn?

Je had een boek met plaatjes uit de bibliotheek gehaald, je nam een trommel met brokjes mee en je kon precies voordoen hoe je een konijn moet vasthouden. Met de teddybeer van je zus.

En toch had je buikpijn. Stel je voor dat ze je uitlachten?

Met over jezelf schrijven is het net zo. De eerste keer vindt iederéén eng. En iedereen heeft vragen. Allereerst:

‘Ben ik wel interessant genoeg om over te schrijven?’

Waarschijnlijk niet. Bijna niemand is interessant.

We eten allemaal volkorenbrood met kaas, we brengen allemaal onze kinderen naar school, en we zitten allemaal te veel op Instagram. Niks bijzonders.

Je bent pas interessant als je twee dingen doet:

1.  Je kiest een interessant onderwerp

Een onderwerp dat wringt, een thema waarover je een conflict hebt, met iemand anders of met jezelf. Of een probleem waar je mee zit.

Meestal gaat het niet over iets dat jou blij maakt. Want voor een interessant verhaal heb je botsingen nodig. Of spijt. Of minstens: voornemens om het de volgende keer beter te doen.

Hoe leuk je vakantie in Rome was interesseert ons geen biet. Maar als je op die vakantie definitief besloot om te gaan scheiden, kunnen we niet wachten op je blog.

2. Je maakt van jezelf een personage

Dat blog over je echtscheiding moet niet gaan over de échte jij. De echte jij is net zo saai, net zo onzeker, net zo gewoon als wij allemaal.

Met je kaasboterhammetjes.

Dus we willen je niet horen klagen. Je zelfmedelijden dump je bij je vrienden.

Nee: je vermomt jezelf als personage. En je schrijft alleen over dat wat bij je personage past: hoe je tot dat inzicht kwam, waarom nu, en wat je ermee deed.

Waarom?

Schrijven is overdrijven.

Neem het scenario van de eerste de beste Netflixserie: de hoeveelheid heftige gebeurtenissen die een hoofdpersoon in één aflevering meemaakt is duizelingwekkend. Het is niet ongewoon als hij in 45 minuten zijn vrouw voor zijn ogen vermoord ziet worden, failliet gaat, ruzie krijgt met zijn beste vriend en zijn hond kwijt raakt.

Het personage kan dat hebben. Het drinkt hooguit een extra glas whisky. Het is larger than live.

personages zijn larger than life
Thomas Shelby, hoofpersoon uit de Netflixserie Peaky Blinders

Als je over jezelf blogt doe je hetzelfde

Beledigingen waar je in het gewone leven van wakker ligt, glijden van je af. Maandenlange ruzie met je broer breng je terug tot één zinnetje. En dat je na de scheiding 3 weken je bed niet uitkwam, vertel je niet.

Behalve wanneer je verhaal juist dáárover gaat.

‘Maar hoe schrijf ik mijn belevenissen nou zó op, dat mensen het willen lezen?’

Je doet er een schepje bovenop. Of je balt het samen. Je knijpt het fijn. Je laat het water er uitlopen. Je filtert het. Je kijkt ernaar met een vergrootglas. Je blaast het op.

Ik bedoel niet dat je je onderwerp verstopt onder een berg bijvoeglijke naamwoorden of superlatieven. Je overdrijving zit hem in waar jij de nadruk op legt, en in wat je weglaat.

Elk onderwerp kun je op ontelbaar veel manieren aanpakken

En hoe groter en hoe heftiger het thema is, des te meer zoom je in op details.

Bijvoorbeeld: als je kind overlijdt, schrijf je niet over je wanhoop toen de kist in het graf zakte. Je schrijft over de rouwpost die je kreeg.

Als je oude vader vereenzaamt, omdat hij je niet meer mag bezoeken tijdens de coronacrisis, schrijf je niet over je schuldgevoelens, of over jullie moeizame relatie. Je schrijft over hoe je boterhammen bij hem naar binnen gooit.

Als je Amerikaanse bent, en een corona-website begint, schrijf je niet over je angst voor een maandenlange lockdown. Je schrijft over Mormonen, die altíjd een etensvoorraad voor een jaar in huis hebben.

Waarom?

Omdat je niet voor jezelf blogt. Je blog is geen zelftherapie. Je blogt opdat je lezer iets van je kan opsteken. Je stileert. Je maakt er een goed leesbaar verhaal van.

‘En hoe ga ik om met de privacy van de mensen over wie ik schrijf?’

Stel: je schrijft over je moeder. Of over een vriendin. Of over een buurvrouw, die niet eens weet dat jij een blog hebt. Maar je wilt niet dat ze van de óverbuurvrouw te horen krijgt dat ze er in staat. En wat te denken van je baas?

Je hebt 3 mogelijkheden.

    1. Je vraagt toestemming aan degene over wie je schrijft. Je laat het hele blog lezen en je zegt: is het goed als ik het zo publiceer?
    2. Je verandert de mensen in je blog zó, dat ze onherkenbaar zijn. Van een man maak je een vrouw, van een Rotterdammer maak je een Nijmegenaar, en van een bedrijf dat magneten produceert maak je een aardappelmeelfirma.
    3. Je schrijft op wat je wilt, en je accepteert de consequenties. Dat heeft Karl Ove Knausgård ook gedaan.

En een extra optie: Je neemt een sidekick. Die optie is vooral geschikt voor lichtvoetige genres. Mijn sidekick, bijvoorbeeld, is meneer Blogacademie. Hij is de tegenspeler in mijn blogs. Ik overdrijf sommige van zijn karaktereigenschappen en uitspraken, net  zoals ik dat met die van mezelf doe.

alinea uit column Sylvia Witteman over Huisgenoot P
Huisgenoot P

Sylvia Wittemans sidekick is haar meestal afwezige huisgenoot P (column Volkskrant). Frits Abrams’ sidekick is zijn vrouw, die godbetere nog altijd PvdA stemt (column NRC Handelsblad).

‘Hm. Ik denk niet dat mijn vrouw akkoord gaat, als ik over haar schrijf’

cary grant in hevige twijfel
Mijn vrouw…

Ze moet er even aan wennen.

Meneer Blogacademie stond ook niet te juichen over mijn openheid, in 2012. Ik herinner me hoe hij direct na de publicatie van een blog mijn kamer kwam binnenhollen, en eiste dat ik een plaatje verwijderde. Lezer, het plaatje staat er nog.

Inmiddels leest hij mijn blogs pas weken na dato. ‘Ik heb geaccepteerd dat ik met een schrijfster getrouwd ben’, zei hij laatst. (En dat vond ík dan weer een beetje overdreven.)

‘Maar uiteindelijk vind ik het doodeng. Stel dat mijn klanten me niet leuk meer vinden, als ze lezen hoe ik écht denk over mijn werk?’

Angst essen Seele auf.

Het leven is te kort voor angst. Pas als je jezelf met al je fouten en je twijfels accepteert, ga je voluit leven.

Met bloggen is het net zo. Pas als je jezelf met al je fouten en je twijfels durft te laten zien, leg je contact met je lezer.

Echt contact.

tips voor beter bloggen

(Zet je VPN uit als de knop niet werkt).

Over Kitty Kilian

Kitty Kilian

Schreef voor NRC, gaf les aan vakopleidingen Journalistiek. Sinds 2011 docent copywriting | De Blogacademie. Delicate as a hand grenade.

Cursussen:
Blogbasics (beginners)
Blogpro (professionals)
Karakter & Dialoog (fictie)
Little Black Dress (strakke huisstijl)

37 comments

  • Tjee, weer zo’n rake. En ik blog niet eens!
    Jouw blogs worden heel vaak een feestje in m’n hoofd.

    Ik reageer niet vaak omdat ik hier eigenlijk niet thuis hoor, je schrijft, om bovenstaande, niet voor mij.
    Maar ik wilde je t wel even laten weten.
    Knalfeest met slingers is dit!

  • Dag Kitty, bedankt voor je blogmails die mij vooral veel vraagtekens opleveren. Deze keer geen vraagtekens maar een aha-effect. Prettig. Groeten van een beginneling zonder capsones.

  • “Hoe schrijf ik over mezelf” is waarschijnlijk een goed keyword. Ik heb het niet onderzocht maar in het Engels werkt het als een tierelier. Gewoon de vragen van lezers goed beantwoorden. Dan heb je al 80% van SEO gedaan.

    Enne … mijn sidekick is mijn inner critic. Daar heb ik verder geen familie bij nodig ;-)

    • Dat denk ik ook. Kan zijn dat er al 100 keer voor is geoptimaliseerd. Maar dat kijk ik dan niet na. De enkele keren dat ik het geprobeerd heb werden het rotblogs. Ik werk alleen goed op mijn eigen inspiratie.

      De reden dat jij geen sidekick nodig hebt, is dat je bijna altijd schrijfles geeft in je blogs. En dat doe je fantastisch.

  • Oei…. ik mag al mijn trending artikelen wel eens gaan nalopen. Ik merk dat sommige wel een update kunnen gebruiken. Dank, dank!!

  • Dank. Het zetje dat ik nodig had. Nu aan mijn dochter (zoontje) vragen of zij (hij) mijn sidekick wil zijn. Haar (zijn) gedrag is een prachtige kapstok om over mijn daadkracht (het gebrek daaraan) te schrijven. Zij (hij) is net zo’n dromer.

  • Heerlijk openhartig en vlot geschreven blog. Angsten overboord. Lef tonen en verbinding maken. Ja, een genot om te lezen.

  • Wow…wat vat je dat weer heerlijk samen. Je hebt natuurlijk gelijk. Mijn best gelezen blog is nog steeds degene waar ik echt geen hol aan vind. Het onderwerp is bij mij al lang afgesloten en ik ben er al lang niet meer mee bezig, maar na 4 jaar is dat nog steeds waar mijn bezoekers op afkomen. Toch nog maar eens aan het werk met bovenstaand. Wie weet. Dank weer.

      • Het verwijderen van de Mirena en wat dat voor mij deed. Specifiek op de geestelijke gevolgen. Goede tweede is nog steeds “10 tips voor een okselfrisse overgang”.

        • Ha! Ja, kan me voorstellen dat zo’n blog goed scoort. Wat je dan doet is: regelmatig dat blog even nalezen, en de informatie zonodig up to date brengen, bijvoorbeeld als er nieuw onderzoek is. En onder dat blog kun je een link zetten naar blogs met aanverwante onderwerpen. Het is een blog dat een vraag beantwoordt. Precies wat je wilt.

  • Leuk geschreven en erg goed uitgelegd!
    Over angst gesproken: ik ben bang dat “persoonlijke” blogs anno 2020 achterhaald zijn. Nu we met Facebook en Twitter en alle andere sociale netwerken naar hartelust kunnen “sharen”, lijkt het me bijna onmogelijk om op een persoonlijk blog veel bezoekers te krijgen. Tenzij je inzet op keywords, maar dan dwing je jezelf om te schrijven over wat “scoort” in Google en dan is je passieproject dus een soort dwangbuis. Blogs zijn wel zinvol als je een bekend persoon bent, óf als je je blog inzet ter ondersteuning van commerciële doelen, althans dat is mijn mening. Wel jammer eigenlijk. Hoe denk jij daarover?

    • Je verwart dagboekblogs met persoonlijke blogs. Ik schrijf een zakelijk blog, met een persoonlijke insteek.

      Natuurlijk kun je daar veel bezoekers mee krijgen. Iemand als Penelope Trunk in de VS schrijft uiterst persoonlijk en die heeft tienduizenden mensen op haar lijst.

      Ik doe weinig aan SEO en Penelope evenmin.

      Als je al bekend bent heb je juist geen blog meer nodig.

      • Helder. Ja, met “persoonlijke blogs” bedoelde ik inderdaad dagboekblogs. Interessant dat je ook zonder veel seo toch een hoop bezoekers trekt. Seo is voor mij de oorzaak dat ik niet veel blog. “Zonder seo gaat niemand dit ooit vinden”, zeg ik tegen mezelf. Maar die aanname is dus verkeerd.(?)

        • Wat mij betreft wel, Leon. Ik doe niet méér aan SEO dan achteraf vrij lukraak een keyword invullen – en ik onderzoek het nooit van tevoren. Ik zorg dat de bolletjes van Yoast groen zijn, ook al weet ik dat dat weinig zegt. Af en toe werk ik een oude post bij, en dan vooral de posts die veel bezoek trekken. Maar ik heb teveel een hekel aan zulk soort technisch gedoe om het systematisch vol te houden. En waarom zou ik ook? Zolang mijn cursussen vol zitten, ben ik volkomen gelukkig.

          In feite draaien SEO-ers het om: in plaats van dat Google zelf uitzoekt welke blogs het populairst zijn (want dat is het enige dat het kan meten: Google meet geen kwaliteit, of humor, of een mooie stijl, het meet alleen hoe succesvol een blog is volgens de criteria die Google heeft bedacht, en die criteria moeten de waardering van de lezers dan hopelijk zoveel mogelijk benaderen) gaan techneuten trucs bedenken om Google een handje hun eigen kant op te helpen.

          Ik doe er niks aan omdat me dat tegenstaat, als bezigheid en uit principe, en ik kan me dat veroorloven omdat mijn blog vanzelf gevonden wordt.

          De reden dat zoveel mensen met SEO aan de slag gaan is dat ze anders niet hoog genoeg zouden komen. Omdat de inhoud van de meeste blogs niet interessant is. Bijna alle blogs op bijvoorbeeld zo’n site als Frankwatching zijn niet de moeite om te lezen. Het zijn open deuren, gerecyclede content, het is snel-snel opgeschreven. Het niveau van schrijven en van informatie is net zo gênant als dat van het acht uur journaal. Als je ook de New York Times kunt lezen.

          Dus ja, ik ken goede bloggers met een gigantisch bereik die niks aan SEO doen. Mark Schaefer, Penelope Trunk. Maar natuurlijk zijn er net zoveel die het wel doen.

          Belangrijker, voor iedereen die wil gaan bloggen, is om te overwegen waarom je het wil. Als je een fatsoenlijk vormgegeven site hebt, met een redelijk goed geschreven blog, waarin nieuwe klanten vast wat over jou kunnen lezen – en als dat ze bevalt, als ze je vertrouwen op basis van je blog – dan heb je meer kans dat ze de telefoon pakken en een afspraak maken. En dan heb je echt geen 10.000 abonnees nodig.

          • “Maar ik heb teveel een hekel aan zulk soort technisch gedoe om het systematisch vol te houden.”

            Exact! Dat is precies hoe ik erover denk. SEO is afschuwelijk, geestdodend werk en een killer van je eigen creativiteit en intellect.

            En inderdaad, op al die tech-sites draait het er alleen maar om, om als een kip zonder kop zoveel mogelijk “content” eruit te stampen voor de massa. Of je goed kunt schrijven is van minder belang, heb ik het idee.

            Bedankt Kitty, dit is gewelige informatie, waardoor ik de dingen ineens anders zie. Tijd om m’n eigen blog aan te zwengelen.

          • Dit is al een blog op zich. Waarom ik niet aan SEO doe en jij dat ook niet moet willen om gevonden te worden.
            Helder verhaal Kitty.

            • Dat heb ik ook een paar keer geschreven maar dan krijg ik alle SEO-ers op mijn nek. Die zeggen dan: jaaaa, maar jíj kunt je dat permitteren, maar dat kan niet iedereen.

              Die redenering klopt niet. Als je goede inhoud hebt, lezen mensen je, zelfs al schrijf je beroerd. Als je geestig bent ook. En als je een prachtige stijl hebt, lezen mensen je dáárom. Als je futloze blogs schrijft moet je ze opkrikken qua ranking met SEO. Maar waarom bloggen als je niks te melden hebt? Ga dan maar adverteren ?

              Maar, zeggen SEO-ers dan: en als je nou allebei doet? Goed schrijven én steengoede SEO?

              Ik blijf er bij. In dat geval kun je zonder. Maar het duurt even om een blog van enig gewicht te bouwen. Je moet de tijd nemen, het moet groeien.

              SEO is een kunstje. Eigenlijk is het valsspelen. En nog een nadeel van als je je te veel op SEO richt: je kunt alleen onderzoeken wat er al is. Je krijgt alleen vragen die al gesteld worden. In feite geef je je lezer waar hij het hardst of het vaakst om roept. Maar dat is niet altijd het beste. Of het mooiste. En het is zeker nooit iets onverwachts, iets helemaal nieuws.

Leert goede schrijvers de laatste 20%
google-site-verification: google3d8706b2d2bb5ca6.html