Leert goede schrijvers de laatste 20%

Wat gebeurt er nou in je hoofd als je schrijft? (Van inspiratie tot stuk)

Murakami heeft een boek geschreven over het beroep van schrijver. En volgens vier Volkskrant-recensenten is het zwaar teleurstellend. Zaterdag 12-1-2019: Ype de Boer, Nina Polak, Pieter Waterdrinker, Connie Palmen.

Ze verwijten Murakami dat hij niet uitlegt waar zijn inspiratie vandaan komt. En hoe zijn schrijfhoofd van binnen nou echt werkt, wanneer het schrijft.

Hoe werkt inspiratie?
Potverdorie

Alleen de vijfde recensent, kinderboekenschrijfster Anna Woltz, snapt het. Ze schrijft: ook hij kan niet uitleggen hoe verzinnen écht werkt.

Schrijvers kunnen niet uitleggen hoe het werkt, schrijven
Kinderboekenschrijfster en journalist Anna Woltz

Ze zegt:

Ik heb nog nooit een consultant of kapper minutieus horen uitleggen hoe zijn of haar dag eruit ziet. Schrijvers doen niet anders. Ik geef wekelijks lezingen op scholen en of mijn lezers nou 8 of 16 zijn, ze willen allemaal weten hoe die nieuwe werelden in mijn boeken zijn ontstaan – en als ik dat niet precies kan uitleggen, dan moet ik in elk geval alles vertellen over de omstandigheden, mijn werktijden en de locatie van het scheppen.

En zo is het. Bovendien vist ze nog een nuttige observatie uit Murakami’s boek: volgens hem moet je niet meteen een oordeel klaar hebben over alles wat je ziet, als schrijver.

Een schrijver heeft zo veel mogelijk ruw materiaal nodig: kleine, onbewerkte details die je opbergt in een reusachtige ladekast in je hersens.

Kijk, dáár heb je wat aan

Ik liep er toevallig net over na te denken, over hoe dat gaat, schrijven. Want vorige week lukte het me niet om een blog te schrijven. Ik was verkouden. Als ik verkouden ben word ik somber, en als ik somber ben krijg ik geen ideeën.

Je kunt ideeën inspiratie noemen, maar ik zou het niet doen. Ik noem het ideeën. Net zoals ik het schrijverschap een beroep noem.

schrijven is een beroep, geen magie
Connie Palmen: schrijvers zijn niet zomaar mensen en essays zijn poëticaal proza

Het is wel zo dat je, op het moment dat je géén ideeën hebt, meteen bang wordt dat je ze nóóit meer zult krijgen. Scenarioschrijver William Goldman beschrijft dat mooi in zijn boek Adventures in the Screen Trade – A Personal View of Hollywood and Screenwriting (1983).

Perhaps only other writers can understand the panic that takes hold then. You go to your desk, you sit for two hours, six hours… And nothing.[…]

 

And then you enter into despair. Because drying up permanently just may be the ultimate nightmare if what you do for a living is battle empty pages. For almost without exception, this happens to every writer. Few of us drop in our traces. Mostly, energy goes; we fiddle a while, try this, that, and then it’s over, and how you fill the rest of your days?

Maar tegelijkertijd weet je dat het onzin is, net zo goed als je weet dat een sombere bui weer over gaat.

Kom op, zeg. Schrijven is gewoon een vak

Als je lichamelijk moe bent kun je niet timmeren, en als je geestelijk moe bent kun je niet schrijven. Ja, wel informatieve stukken. Een gebruiksaanwijzing voor een broodbakmachine of een stappenplan voor een blogopzet. Dat wel. Maar niks waarvoor je zelf nog een vorm moet vinden. Niks dat nét buiten je bereik ligt. Niks waar je zelf plezier aan beleeft.

Nadat ik de recensies van het boek van Murakami had gelezen dacht ik: hoho, er valt wel íéts over het praktische schrijfproces te zeggen

Ik weet namelijk best hoe mijn eigen blogs tot stand komen. Ik zal het uitleggen aan de hand van een recent blog.

(Ik moet er meteen bij zeggen dat het voor jou totaal anders kan zijn. Niet voor niks weigerde Seth Godin ooit in een Copyblogger podcast te zeggen hoe zijn dagen eruitzien. Voor je het weet gaan mensen het nadoen, zei hij, maar daar hebben ze niks aan, want het werkt alleen voor mij.)

Hoe mijn blog over een dochter die de thee gaat zetten voor haar moeder tot stand kwam – bijvoorbeeld

(Lees het hier)

Ik wou al langer schrijven over dat moment in je leven waarop de rollen omdraaien: wanneer je je realiseert dat je geen kind meer bent, maar ouder. Of over de volgende omkering: wanneer je de ouderrol op je neemt voor een vader of een moeder.

Met een zieke moeder en een zieke schoonmoeder is dat laatste een goed onderwerp. Voorwaarde 1 is: ik moet er iets bij voelen. En voorwaarde 2: het moet nieuw zijn. Als ik er al eerder over heb geschreven voelt het alsof ik plagiaat pleeg. Bovendien weet ik zeker dat ik dit onderwerp kan illustreren met details uit mijn eigen leven.

Maar één idee is niet genoeg

Ik heb er minstens twee nodig.

Ik blader door mijn lijstje met vage blogaantekeningen. Ergens lees ik: hoffelijk flirten. Ik zag het een tramchauffeur in Amsterdam doen met een oudere dame. Het was ontroerend. En omdat ik nu besloten heb dat het blog over ouderdom gaat, kan ik die twee onderwerpen met elkaar verbinden.

Dus: ik kan in mijn stuk vrij associërend van onderwerp 1 naar onderwerp 2 wandelen. Dat ik al schrijvend een verband moet verzinnen is wat het spannend werk maakt.

Op dat moment ben ik eigenlijk al klaar

Ik weet nu dat het goed komt. Omdat ik het honderden keren eerder heb gedaan, weet ik uit ervaring dat mijn hoofd hier genoeg aan heeft. Ik voel het zelfs in mijn lichaam: blijdschap. Een warm gevoel bovenin mijn rug.

Ik ga het stuk beginnen met het hoffelijk flirten van oudere mannen met oudere vrouwen, en ik ga eindigen met hoe ik als kind de zorgtaak voor mijn moeder op me neem.

Voor beide momenten zoek ik exacte voorbeelden

Dit is het begin:

‘Zo, schoonheid’, zegt de buschauffeur met de rimpels tegen de blondine van 60. ‘Gaan we de bloemetjes buiten zetten? Mag ik mee?’

En dit is het rol-omkeer-moment:

Op een dag geef je je moeder een zoen, en je ziet opeens dat haar trouwring te groot is geworden. Je slikt je zorgen over je spijbelpuber in. ‘Zal ik eens een lekker potje thee zetten?’, vraag je.

De rest van het stuk schrijft zichzelf

Ik kan me niet meer herinneren welke woorden mijn onbewuste aandroeg, en hoe ik die schikte. Welke ik weggooide, en welke ik aandikte. Dat gaat te snel, je zou het misschien kunnen documenteren als je hardop schreef. In sommige delen van Reacher Said Nothing probeert de schrijver dat te doen, samen met Lee Child: ze proberen Childs keuzes woord voor woord te vangen.

Maar als ik de hoofdlijn in gedachten hebt, gaat schrijven bij mij altijd zo: na het begin dient zich een logische vraag aan, of een woord dat opeens in me opkomt, of een terzijde, waarop een antwoord moet volgen. En mogelijk een onderbouwing van dat antwoord – een uitspraak of een detail of een scène.

En zo kronkelt het stuk zich vanzelf van hoofdidee 1 naar hoofdidee 2. Halverwege het blog realiseer ik me dat ik, tersluiks, nog een andere zorgtaak ter sprake kan brengen, met een referentie aan een Netflixserie. En wat ouders en kinderen betreft: die geweldige uitspraak van mijn oudste zoon over dat wij, ouders, maar tellen voor één-achtste. Ik was het eigenlijk niet van plan, maar het past naadloos. Nu gaat het stuk niet alléén meer over ouderdom, maar ook over voor elkaar zorgen in het algemeen. Tussen ouders, kinderen, vreemden.

Soms valt er nog een punt te maken aan het einde

Hier ook. Niet omdat de conclusie nou zo hemelbestormend is:

Daarom is het een ontroerend moment als de rollen omdraaien. Als jij de thee gaat zetten. Als je eindelijk je mond gaat houden.

Als je beseft dat het leven cyclisch is.

En dat je daar niks aan kunt doen, behalve hoffelijk zijn.

Maar omdat ik beide thema’s in één alinea kan samenbrengen. Dat is prettig harmonieus, qua vorm. Cirkeltjes werken altijd. Ze geven een lezer het gevoel dat er een hogere orde in het stuk zit.

Het is geen poëticaal proza. Het is gewoon een trucje

Inhoud en vorm smelten samen. Zo voelt het. Maar het trucje is enkel vorm.

Maar als het allemaal zo makkelijk is, waarom lukt het dan soms niet?

In mijn geval:

  • omdat ik niet genoeg heb gesport
  • omdat ik niet genoeg bomen heb gezien
  • omdat ik in de dagen en weken vóór het schrijven meer dan vier uur per dag achter mijn computer heb gezeten
  • en vooral, vooral: omdat ik niet genoeg heb gelezen

Ik schrijf over ideeën

Als je een salestrainer bent, schrijf je natuurlijk over voorbeelden uit je praktijk. Als je een ambulanceverpleegkundige bent, schrijf je ook over wat je meemaakt. Maar ik maak niks mee, ik heb alleen maar ideeën.

En ideeën vind je nou eenmaal in boeken. Niet in blogs: het internet is een slechte bron voor verfrissende gedachten. Op internet pompen we met z’n allen voortdurend dezelfde informatie rond.

Ja, dat doen we.

Bovendien: de meeste blogschrijvers proberen zich zo snel mogelijk van een blog af te maken. Zelfs de originelere blogs leveren vaak maar één enkel ideetje of één enkele tip. Te mager als inspiratievoer.

Vorm is net zo belangrijk

Maar nieuwe vormen vind je óók al niet in blogs.

Nee, ik moet boeken lezen. Goede boeken. Over zoveel mogelijk verschillende onderwerpen. En films zien. En series. En naar uitstekende podcasts luisteren. En mensen spreken die heel andere dingen doen dan ik. Omdat ik een heel klein deel van de ideëen en de ervaringen die ik daar krijg, of die ik onbewust opsla, straks nodig heb als ik een stukje schrijft.

Wat Murakami zegt, dus.
Die ladenkast moet vol.

Plaatje van een blad. Einde van de post.

tips voor beter bloggen

(Zet je VPN uit als de knop niet werkt).

Over Kitty Kilian

Kitty Kilian

Schreef voor NRC, gaf les aan vakopleidingen Journalistiek. Sinds 2011 docent copywriting | De Blogacademie. Delicate as a hand grenade.

Cursussen:
Blogbasics (beginners)
Blogpro (professionals)
Karakter & Dialoog (fictie)
Little Black Dress (strakke huisstijl)

60 comments

  • Mijn ladenkast is Evernote. Als ik een idee niet opschrijf, is het weg. Ik noteer zoveel mogelijk details, anders snap ik later niet meer hoe het zat. Lang schreef ik informatieve posts, maar daar haalde ik geen voldoening meer uit. Een voldaan gevoel is voor mij een belangrijke motivator.

    • O, ja, goed punt, die voldoening als motivator. Dat heb ik ook. Als ik zelf tevreden ben over een stuk, is mijn dag goed. Dat er soms dan toch nauwelijks reacties op komen, ook al vind ik het juist goed gelukt, is minder erg dan wanneer ik vind dat het zelf maar een matig stuk is.

      En als ik een matig blog schrijf, heb ik een rotbui.

      Ja, wat je niet opschrijft verdwijnt. Bijna altijd.

  • Net een ontwerpproces, verkennen en verzamelen, prioriteren en een blackbox naar de echte klik!

  • Mooi beschreven Kitty, over die ideeën en thema’s die aan het eind dan weer samenkomen. Dat is dan wel een goed voorbeeld van hoe een schrijfproces kan lopen. Maar ja, zoals Godin ook zei, zoiets hoeft niet voor anderen te werken.

    Mensen zijn altijd op zoek naar de magic bullet. Alsof Tolkien zou kunnen zeggen: doe dit en dit, dan schrijf je zo de Lord of the Rings uit je mouw. Was het maar zo makkelijk. Kennelijk hoopten die Volkskrant-recensenten toch dat Murakami iets dergelijks zou onthullen. Helaas voor hen, de zoektocht naar de magic bullet kan dus toch weer door :).

  • Ha Kitty, ik was gisteren bij datzelfde afscheidssymposium. Ik zag je zitten (ik zat door late komst helemaal achteraan), wilde je aanspreken, ik raakte in gesprek met iemand anders en weg was je weer. Had wel eens in het echt kennis willen maken. Het was leuk om een aantal andere oud-docenten van Journalistiek te spreken daar. Wellicht tot een volgende keer!

  • Mooie tip weer, daar heb ik wat aan. En over je blog

    Deze zin hierachter is niet ok. Omdat ik een heel klein deel van de ideëen en de ervaringen die ik daar krijg, of die ik onbewust opsla, straks nodig hebt als ik een stukje schrijft.

  • Mooimooi Kitty, merci!

    Wat ik merk is dat er activiteiten zijn waar ik direct ideeën van krijg en er zijn activiteiten waarna de ideeën dagen (of weken) later komen.

    Lezen, museumbezoek, een goed gesprek en een wandeling werken goed voor ideeën op korte termijn.

    Fysiek diepgaan, lang mediteren of een vakantie in het buitenland brengen ideeën een paar weken later.

    Alcohol, veel nieuws en meningen en een volle agenda dringen ideeën naar de achtergrond.

    Ode aan een wandeling en een goed gesprek.

    • Hm… Koen, hoe kunnen mediteren en zware fysieke inspanning ideeën opleveren? Dat je hoofd lekkerder werkt snap ik. Maar ideeën komen voort uit andere ideeën. Lijkt mij.

      • Ideeën die voortkomen uit andere ideeën is één ladenkast.

        Ideeën die voortkomen uit fysieke inspanning en stilte is een andere ladenkast.

        Zo ervaar ik het.

          • Mijn boekje Lopen op vermogen is een duidelijk voorbeeld van een ideeënboek. Andere mensen hadden ideeën over lopen op vermogen en zij brachten me op gedachten.

            Mijn boek Tien dagen stil is een voorbeeld van een boek uit de andere ladenkast. Tijdens de uren van meditatie dacht ik geen seconde aan het schrijven van een boek en ik had überhaupt geen notitieboekje de hand. Na de stilte bleek er echter een hoop opgeborrelde inspiratie die eruit moest: opgedane kennis en inspiratie die niet van ideeën kwamen, maar uit het lichaam.

            Zoiets?

              • In biografieën van muzikanten kom je het geregeld tegen: Tom Waits, Paul Simon. Dat tijdens slaap of in een onbewaakt ogenblik een deuntje opborrelt.

                Ook in Big Magic van Gilbert gaat het uitgebreid over een andere ladenkast dan de ‘ideeënkast’.

                Heb jij dat niet tijdens tuinieren of een wandeling?

                • Ik word weleens (veel te weinig) wakker met een compleet blog in mijn hoofd. Dan heeft mijn onderbewuste hard gewerkt tijdens minn slaap. Maar als dat de afgelopen tien jaar drie keer is gebeurd is het veel.

                  Nee, ik krijg nooit ideeën in de tuin of in bad. Ik krijg alleen ideeën van ideeën. Van wat ik lees of hoor.

  • Kitty, dit is een top blog van je wat je me daar geschreven hebt vandaag.
    Ik heb een paar dingen geleerd:
    Cirkelvormig schrijven: in tegenstelling tot de chaotische werkelijkheid, willen mensen graag een gesloten narratief, waarin WEL alles klopt, de hoofdreden van verhalen, narratieven zoals de bijbel, en films.
    -je onbewuste doet het werkt: een broedende kip die ideeën voor jou uitbroedt terwijl je plannen maakt.
    -inspiratie door lezen: nodigt uit tot parafraseren en doorborduren/referenties: Life is what happens als je de afwas doet.
    -een paar hooks, jij zegt twee hooks, en dan tijdens het schrijven dient zich automatisch nog meer aan.
    -ikzelf vind: je moet ook in een flow zitten: gewoon doorschrijven als een gek, en later kunnen we altijd nog schrappen
    -wat goed is, komt snel: anders wordt het maakwerk: de spontaniteit is weg, en je ziet alleen maar geschaaf.
    -een wandeling in de natuur is goed, inderdaad je hersens hebben zuurstof nodig, en onderweg maak je misschien ook nog iets mee, wat ideeën kan geven.
    -niet stoppen als je in een flow zit of beoordelen wat je doet.
    Hier komt een stukje humor/waanzin. Nou een stukje, het is meer een kilometer tekst, ik knal het gewoon eruit, en daarom is het onnavolgbaar, al zeg ik het zelf.
    Ik vind de meeste copywriters eerlijk gezegd een beetje saaie grijze muizen. Een gedicht en een stukje humor over the top, misschien niet helemaal woke/politiek correct.

    WATERKOUD
    ————————
    Nederland januari:
    fietsketting vastmaken in de regen
    bejaarden die grapjes maken
    tegen lieve kassameisjes
    maar ik begrijp het wel

    omleidingen van alle straten
    je medemens is niet te bereiken

    nergens kun je aankloppen
    en er zijn geen pillen voor
    er is geen wil
    en niemand neemt op
    de maand is lang
    het leven is kort

    solliciteren via Meet
    het wordt toch weer niets
    het leven is prachtig
    maar nu even niet
    ————————
    VERZACHTENDE OMSTANDIGHEDEN

    vanavond vond ik een halfdood vogeltje
    dierenambulance gebeld: breng maar naar het vogel-
    opvangcentrum. ik erheen
    ze waren al weg. maar er staat
    wél een soort keet met lege kooitjes
    waar je beesten in kunt stoppen

    een formulier erbij waarop je
    je hart en extra info
    uit kan storten, eerste vraag begint
    een beslisboom van goed en kwaad
    is het wel een vogel?
    hoe weet u dat het een vogel is, misschien is
    wel wel een mens, vermomd
    als flierefluiter of paradijsvogel?

    kijkt u eens tussen zijn veertjes
    of ze wel echt tot capriolen in de lucht
    in staat was, anders is het gewoon een kip en
    daar hebben we er al genoeg van
    op de wereld,
    trust us, we are the experts
    in this field since 1999 partytime.

    ik heb ingevuld: ‘een vogel’
    succes vogel
    volhoud vogel
    want hij was dood en leeft toch nog
    hij hing half in het gras als een neergeschoten soldaat
    er liep een kat, z’n klauwen paraat
    om hem te grijpen, ready to kill
    zo stil glanzende oogjes staart kapot

    bonjour, mon chat
    ceci n’ est pas un dood vogeltje
    maar een levend vogeltje, comprendez-vous?

    toen dacht ik: eigenlijk moet ik
    die kat zijn werk maar laten doen
    – zó rustig om zich heen kijkend –
    alsof hij zich overgeeft en
    moe is van alles en meer
    van dat soort sentimentaliteiten

    en toen kwam ook nog eens mijn zoon thuis
    hij had glanzende ogen. pap!
    waarom zit je hier altijd
    ’s avonds alleen in de tuin,
    stil voor je uit te staren?

    mama zei: als dit zo doorgaat, gaat
    ze een dokter bellen

    om te kijken of je
    misschien een vleugeltje
    gebroken hebt.

    • Ha, wat een enthousiasme!

      De eerlijkheid gebiedt om te melden dat dit geen nieuw blog is, maar een oudere die ik opnieuw in mijn nieuwsbrief heb gezet. Sommige blogs zijn niet tijdgebonden.

      Wat jij er uithaalt heb ik er niet allemaal in gestopt. Maar ik snap dat het ook je eigen mening is.

      Niet stoppen als je in een flow zit – eens. Maar als je vastloopt, of te moe wordt, wel even gaan wandelen.

      Dat het alleen goed is als het snel gaat – oneens. Soms gaat het snel, soms duurt het uren. Dat is aan het eindresultaat niet af te zien. Met sommige blogs word ik kant en klaar wakker (helaas zeldzaam), sommige boetseer ik zin voor zin alsof ik bakstenen moet stapelen.

      Ja, we lezen om de wereld of onszelf te begrijpen, en een fijn afgerond verhaal geeft die illusie. Net als een cirkeltje die illusie geeft.

      Lezen enz.: je kast moet vol ervaringen zitten, maar je weet nooit van tevoren wat je onbewuste er uit plukt.

      Ik zie veel moois in die gedichten zeg. Dat vogeltje als neergeschoten soldaat. Er zijn geen pillen voor en niemand neemt op. Heel niet verkeerd!

  • En jij dacht dat ik al die handleidingen over Word, Excel en noem maar op zo uit m’n mouw schudt? Misschien als ik saaie handleidingen kon schrijven wel. Maar de mijne zijn doorspekt met voorbeelden en dan gaat het van zeehonden naar planeten en groene daken. En ja, dan heb ik ook inspiratie nodig.

  • Ik moet een plaatje zien in mijn hoofd.

    Niet de foto die ik geschoten voor mijn werk. Maar van de hele situatie, waar ik ook in sta.
    Als ik geen plaatje zie vind ik het onwijs lastig om wat te schrijven.

    En ja, dat begint dus met spotten tijdens fotoshoots en andere momenten van het leven. Zoals jij ook zegt 😊

    • Ja, dat plaatje, dat kan ik me ook voorstellen, Joke. Zeker als je visueel denkt – en dat doe jij waarschijnlijk?

      Bij mij is het ook deels visueel. Ik zie de ideeën voor me.

      • Ik denk dat het precies hetzelfde is. Ik zie ook dat idee voor me. Moet dan soms alleen nog even zoeken naar de clou. De echte boodschap die ik wil vertellen.

        Maar het begint met dat visuele idee.

        • Interessant, interessant! Ik zie ze niet exact voor me, die ideeën, Joke, het zijn haast gevoelens. Het is allemaal op een bijna onderbewust niveau. Maar ik weet wanneer ik ze te pakken hebt, en ze zweven altijd boven ooghoogte, en ik voel dan echt een soort warm gevoel in mijn rug. Eventjes. En dat is alleen bij het begin.

          Ik denk dat het komt omdat je hoofd al weet wat begin en eind is. Er is een soort cirkel gesloten. Maar het maffe is hoe half-bewust dat allemaal is.

          Ik ben het dus ook eens met alle schrijvers die zeggen dat het schrijven buiten ze om gebeurt. Voor mij voelt het ook zo. Hoewel ik begin en einde en zijpaden vagelijk in mijn hoofd kan hebben, ben ik tijdens het schrijven geconcentreerd op één zin per keer. Ik weet niet waar de volgende zinnen over zullen gaan. Ik zit gewoon te spelen.

          Ik lees mijn stukken wel eindeloos vaak over. Ik schrap weinig, de hoofdlijn blijft bijna altijd staan, maar ik schaaf wel eindeloos aan kleine woordjes. Woordje erbij, woordje eraf. Zin er uit. Om de hele logica in het oog te houden, moet ik het steeds opnieuw herlezen. Daarom ook dat het op den duur nauwelijks meer te beoordelen valt. Een dag later, als het weer verser is, kan ik het soms nog wat extra editen.

  • Hè lekker, ik krijg meteen weer schrijfzin. En heb hiermee nog meer argumenten voor het feit dat ik tijd moet plannen voor inspiratie.

  • Heel herkenbaar. Soms komt het schrijven vanzelf. Ga ik zitten en binnen een paar uur staat er een blog op mijn scherm. Soms is de inspiratie ver te zoeken. Op die momenten slaat het uitstel monster toe. O de kat gooit iets om, even opruimen. O ik moet x nog even bellen. O de vaatwasser moet nog leeg, klusje doen. O die was wilde ik nog draaien… BOEM dag om en geen letter op papier. De inspiratie komt meestal als ik niet achter de pc zit. Iemand die op straat iets tegen me zegt of iets dat ik lees in de krant. Dan ga ik zitten achter de pc en van dat korte momentje maakt mijn hoofd een verhaal, waar ik zelf soms verbaasd over ben als het af is. Wow er is een diepere laag.

  • Naar buiten gaan, de natuur in werkt voor mij ook. Het geeft rust, het ontspant, en het geeft tijd om over dingen na te denken.

    Mooi blog!

  • Dat meanderen herken ik, heerlijk. Ideetje hier, ideetje daar; al heb ik geen idee waar alle gedachten waar ik achteraan schrijf naartoe willen, ik weet dat ik er kom. Ik voel dat het klopt.

    En dan toch af en toe vloeken dat het zo lang duurt.

  • Wauw, dankjewel Kitty! Heerlijk helder geformuleerd hoe het werkt. Ik herken het helemaal. Hoe je twee losse stukken al meanderend bij elkaar kunt brengen. En hoe allerlei losse ideeën die al ergens in je hoofd zitten daarbij helpen.
    En vaak genoeg komt er tijdens het schrijven dan nog een extra laag bovenop: het diepere thema waar het stuk eigenlijk over gaat. Dat moment waarop vorm en inhoud ineens bij elkaar komen. Alsof het zo moet zijn. Verslavend fijn.

      • Ha lees dit oude blog opnieuw en kom mijn oude commentaar opnieuw tegen. Nee, het gaat niet over compassie. Het is een mooi boek met mooie zinnen en veel tragiek. Mij sprak het aan en ergens in mijn laatje zit een stukje kitty die houdt van mooie zinnen. Daarom de tip.

  • Het schrijft zichzelf, zegt ze.
    En het is een trucje.
    Niets poëtisch hoor!

    Over de bergen talent, niets…
    Ik ben al blij met 10 meter de helling op ;-)

    • Nee, talent is een mythe. Het is vooral een kwestie van heel veel doen. Er zijn toch eindeloos veel journalisten en tekstschrijvers en scenaristen enz enz?

      Kijk, ik heb een hekel aan koken. Dus meer dan middelmatig word ik nooit als kok. Het interesseert me niet genoeg. Tuinieren: idem dito. Het enige waar ik al mijn hele leven idioot veel tijd aan besteed is taal. Je hoofd gaat er gewoon naar staan. Zeg maar.

      • ‘Het enige waar ik al mijn hele leven idioot veel tijd aan besteed is taal. Je hoofd gaat er gewoon naar staan. Zeg maar. ‘

        Dat klopt, je hersenen gaan inderdaad ‘staan’ naar iets wat je heel veel doet.
        Bijvoorbeeld ook: gitaar/piano spelen, autorijden, tennissen, constant in een vreemde taal spreken en lezen (is wel een bekend verschijnsel, denk ik: als je veel op Engelstalige sites zit, of songs beluistert, ga je op het laatst in die taal ook denken)

        Dus het kost jaren totdat de routine van schrijven er goed in zit. Toch moet je ook een soort van creatieve /originele geest hebben, wat ik talent noem.

  • Staand in de gang met de jas nog aan en de boodschappentas aan mijn voeten je blog gelezen. Dankjewel weer voor het kijkje in jouw keuken.

Leert goede schrijvers de laatste 20%
google-site-verification: google3d8706b2d2bb5ca6.html