Leert goede schrijvers de laatste 20%

Social media voor gevorderden (Of: waarom je op Facebook géén plaatjes moet posten)

social media voor gevorderden

Ze zijn er.
Mensen die denken dat je zakelijk kunt bloggen zonder te twitteren.

Of te Facebooken, te Instagrammen enzovoorts.

Raar. Tot je helemaal vanzelf wereldberoemd bent moet je je lezers érgens vandaan halen, tenslotte.

Voor zulke ongelovigen is deze post niet bedoeld.

Ben je een beginner? Hoe je effectief bent op Twitter vind je hier op Frankwatching en in mijn Twitter-ebook. En wil je een pittige Twitter-bio? Lees dan deze post. De principes gelden min of meer voor alle social media.

Zet hem op.

En dan nu even als gevorderden onder mekaar

Jij en ik, wij zien weleens wat op social media.

Mensen die succes hebben terwijl ze rare dingen doen.

Mensen die géén succes hebben, terwijl ze netjes doen wat iedereen zégt dat je moet doen.

Dan schudden we ons hoofd en scrollen verder.

Blogposts lezen met tips over hoe je succes krijgt online doen we allang niet meer. We hebben zo onze eigen gewoontes opgebouwd.

Ze kunnen ons nog meer vertellen, de goeroes.

En toch.

Vorige week bekeek ik voor een praatje de timelines van zes mensen en deed een paar nieuwe inzichten op.

Eerst deze vraag:

Hoe meet je nou eigenlijk social media-succes?

Tel je volgers? Let je op retweets, shares en likes? Op comments? Of wil je pure invloed?

Als je invloed serieus wil meten moet je netwerkanalyses doen. Want of je een retweet krijgt van een autoriteit of van iemand met 6 volgers maakt nogal wat uit. Voor de reikwijdte.

Bij gebrek aan rekenruimte kun je een van de programma’s raadplegen die invloed meten. Klout bijvoorbeeld [bestaat niet meer]. Het is gratis. Het is Amerikaans en het heeft waarschijnlijk daarom een zware Facebook-bias. Zodra ik mijn eigen Facebook-account ontkoppel van Klout keldert mijn score. En dat terwijl ik alleen op Facebook zit om niet-zakelijke redenen. Voor de gezelligheid. Omdat er mensen zitten die ik niet uit het oog wil verliezen.

Op Twitter heb ik 2921 volgers. Ik post er veel vaker dan op Facebook. Op Facebook heb ik maar 261 volgers. Het Klout-diagram van mijn ‘invloed’ is dan ook verbazend:

Klout telt Facebook zwaar mee
Welke social networks meet Klout? Facebook telt onevenredig zwaar mee

Als Europeaan, kortom, neme men Klout met een korreltje zout. Het is vooral bruikbaar ter vergelijking van mensen die dezelfde social media profielen hebben.

Klout meet wie jouw posts delen, hoe vaak ze dat doen en waar

Het rekenmodel (algoritme) is onbekend. In feite meet Klout hoe goed je bent in het verspreiden van content. Het zegt niks over hoe goed de kwaliteit van je posts is – hoewel je mag hopen dat er een verband is met je aantal volgers. Het zegt ook niks over hoeveel bezoek je dat oplevert. Of hoeveel klanten.

Als je het een beetje onhandig aanpakt hoeven zelfs virale YouTube-filmpjes je geen enkele extra bezoeker op te leveren.

En ook als ze dat wel doen:

Traffic op zich betekent niks

Als je 100.000 bezoekers per dag krijgt die allemaal meteen weer teleurgesteld wegzappen is er niets uitgewisseld. Geen informatie, geen aandacht, geen vriendschap.

Zelf let ik er niet meer op, op traffic. Het enige waarin ik ben geïnteresseerd – in het dagelijkse leven én online – zijn de momenten waarop ik contact maak.

Mijn uitgangspunt is simpel: alleen mensen die ik ken doen er toe in mijn leven en in mijn werk

Een lezer die vijf jaar lang elke week mijn blog leest maar die nooit een commentaar schrijft, die nooit iets van mij retweet en die me nooit een email stuurt bestaat niet voor mij. Ik ken hem niet.

Ik kan hem niet helpen, ik kan geen grapjes met haar maken, we drinken nooit een kopje koffie samen.

Jammer dan.

Ik van mijn kant heb er alles aan gedaan.

Hoho, zeg jij. Die stille lezers helpen toch mee voor je ranking?

Tuurlijk. Hoe meer mensen je lezen, hoe blijer Google is. (NB Lees dit commentaar voor een correctie)

Maar ze vínden mij vanwege die anderen.

Vanwege mijn actieve volgers, met wie ik wél melige tweets uitwissel om half zes op donderdagmiddag. Die ik afgelopen winter aan een babysit hielp, terwijl zij mij op vakantie wezen op de beste buurtsuper.

De vrienden en de volgers en de plussers – hoe je ze ook wil noemen: het zijn mijn actieve contacten die zowel mijn psychische welbevinden als de uitbreiding van mijn lezersgroep mee bepalen.

Kortom: ik let alleen nog op contact

Een retweet op Twitter vind ik fijn. En helemaal als degene die retweet de moeite neemt om er een opmerking bij te zetten. Voor iemands eigen netwerk is een retweet met een persoonlijke toelichting betrouwbaarder. Dus mensen klikken eerder. En bovendien leer ík er iets van.

Liever nog heb ik een Twittergesprek. Een dialoog. Niks leukers dan een discussie waarbij allerlei voorbijgangers aanhaken.

Op Facebook ben ik nauwelijks geïnteresseerd in likes. Uit eigen ervaring weet ik hoe gedachtenloos je die uitdeelt. Zelf geef ik ze vooral als ik niet wil dat iemand uit mijn timeline verdwijnt. Bij een share denk ik wat langer na. Ook op Facebook is een share met een aanbeveling erbij meer waard dan zomaar-delen. Maar uiteindelijk kost ook een share weinig moeite.

En moeite willen doen is waar het allemaal om gaat.

Ik let daarom alleen op commentaren. Ik wil mensen leren kennen. Ik ben nieuwsgierig. Ik wil een daloog.

Ik laat wat voorbeelden zien van Facebook

Voor het praatje van vorige week bekeek ik de timelines van zes actieve Facebookers die werkzaam zijn in de psychiatrie. Vanwege privacy-redenen kan ik die hier niet laten zien. Ik gebruik daarom mijn eigen posts als illustratie van wat ik constateerde.

Posts zonder persoonlijk commentaar krijgen minder aandacht

Ikzelf zet altijd commentaar bij elke update. Dus bij dit punt zet ik een geanonimiseerd plaatje van iemand anders:

Gedeelde plaatjes zonder eigen toelichting krijgen meestal weinig commentaar
Gedeelde plaatjes zonder eigen toelichting krijgen meestal weinig commentaar

Geen commentaar. Geen likes, geen shares.

Kies een helder doel

Posts over andere onderwerpen dan je lezers van je gewend zijn krijgen minder aandacht. Social media zijn net als het gewone leven: mensen raken gewend aan hoe je bent. Als ze je gaan volgen omdat je van vissen houdt, moet je niet verbaasd zijn als ze je posts over eekhoorns niet delen.

Een heel interessant stuk over social media en verslaving – maar op Facebook heb ik weinig beroepsmatige volgers: geen reacties
Een interessant stuk over social media en verslaving – maar op Facebook heb ik weinig beroepsmatige volgers: geen reacties

In mijn geval: op Facebook zet ik vooral persoonlijke dingen. Artikelen over online marketing en vergelijkbare onderwerpen vinden mijn volgers daar weinig interessant. Of ik er nou een toelichting bij zet of niet.

Heb je dus een onderwerp waar je aandacht voor wil hebben: beperk je zoveel mogelijk tot dat onderwerp. Het voorkomt dat mensen je ontvolgen wegens gebrek aan relevantie.

Hoe persoonlijker je bent, hoe meer interactie

Als je een nieuw kapsel hebt en je verandert je avatar krijg je al gauw 100 likes en 50 complimenten: ‘Zoooo cool!’

Cosmetische veranderingen, nieuwe profielfoto's en andere uiterlijkheden krijgen veel bijval
Cosmetische veranderingen, nieuwe profielfoto’s en andere uiterlijkheden krijgen veel bijval

Maar pas als je persoonlijk schrijft over onderwerpen die je diep raken krijg je uitgebreide, weloverwogen reacties, waarin anderen ook iets van zichzelf laten zien. (Om privacyredenen kan ik ook dat hier niet illustreren. Jammer.) Dan ontstaan groepsgesprekken waarin mensen meerdere keren terugkomen om commentaar te leveren en bij te lezen, om standpunten te verhelderen en te leren van elkaar.

Zulke dialogen zijn leerzaam en steunend.
Zulke dialogen zijn leerzaam en steunend.

Zulke dialogen zijn leerzaam en steunend.

Voor echte aandacht zijn plaatjes minder belangrijk dan je denkt

Ook ik zeg het al jaren, tegen iedereen die luistert: gebruik plaatjes. Plaatjes trekken de aandacht, daarná lezen mensen door. Het is mijn eigen ervaring en het blijkt uit lezersonderzoeken.

Maar zo’n algemene regel blijkt niet altijd op te gaan. Op de zes timelines die ik bekeek kregen steevast posts ZONDER plaatjes de meeste aandacht. Ik vermoed dat hier een omgekeerde aandachtsregel geldt: op Facebook is het zó makkelijk om plaatjes en video’s van anderen te delen, dat we er niet meer zo snel van opkijken.

Maar als iemand een post schrijft zónder plaatje is dat een signaal voor originele content. Het betekent geheid dat iemand iets persoonlijks kwijt wil. Een opmerking waar hij eens goed voor is gaan zitten. Niet zomaar een reactie op een bericht in de krant of een uitroep bij een video van de één of de andere artiest.

Géén plaatje betekent: een mededeling uit iemands hart.

En hoe langer het stuk tekst, hoe meer aandacht het trekt – logisch, want het neemt meer centimeters in in je timeline.

Maar ook een páár regeltjes met een oprechte verzuchting krijgen meer aandacht dan een plaatje met een paar regels toelichting erbij.

Je krijgt meer reacties als je een goede gastheer bent

Iets posten en je verder niet meer laten zien: dat bevordert het gesprek niet. Net als in het echte leven willen mensen dat je een gesprek afmaakt, als je het begint. Luister dus naar het antwoord als je een vraag stelt. Kom terug naar je oude posts. Je herkent social media spammers (de link dumpers) aan het gebrek aan follow-up.

Een goede gastheer zijn bevordert het gesprek: kom terug om te reageren
Een goede gastheer zijn bevordert het gesprek: kom terug om te reageren

Ja maar – ik ken mensen met heel veel comments die nóóit terugkomen

Dat klopt. Ik ken ze ook.

Onderzoek naar social media is ongelofelijk ingewikkeld, omdat je zoveel variabelen moet meewegen. Statistisch onderzoek, zoals Hubspot het bijvoorbeeld doet, is zelden bevredigend. De grote social media bedrijven zitten op hun gegevens. Wat je als gebruiker zelf kunt waarnemen en begrijpen is gefragmenteerd.

Zeker is, dat alle wetten uit het dagelijks leven ook op social media gelden. Bekende Nederlanders en knappe jonge vrouwen hebben een voordeel, terwijl vrouwen in het algemeen een nadeel hebben – ik schreef er hier al over.

Mensen met veel invloed trekken onevenredig veel fans aan – wij mensen denken nou eenmaal dat er meer te halen is bij andere mensen die succesvoller zijn dan wij. En mensen met invloed stijgt het weleens naar de bol. Die denken dan dat het genoeg is om op social media alleen te zenden.

Gelukkig weten wij daar wel raad mee.

Die ontvolgen we gewoon.

 

PS. Update october 2016: Klout is inmiddels achterhaald. Lees hier waarom: Remembering Klout: how ‘influence’ has hanged over the years.

 

tips voor beter bloggen

(Zet je VPN uit als de knop niet werkt).

Over Kitty Kilian

Kitty Kilian

Schreef voor NRC, gaf les aan vakopleidingen Journalistiek. Sinds 2011 docent copywriting | De Blogacademie. Delicate as a hand grenade.

Cursussen:
Blogbasics (beginners)
Blogpro (professionals)
Karakter & Dialoog (fictie)
Little Black Dress (strakke huisstijl)

93 comments

  • RT @Ericstolwijk: Interessant: social media voor gevorderden. Waarom je op Facebook géén plaatjes moet posten, waarom je moet reageren. htt…

  • RT @Ericstolwijk: Interessant: social media voor gevorderden. Waarom je op Facebook géén plaatjes moet posten, waarom je moet reageren. htt…

  • En net als bij een van je vorige posts (https://www.deblogacademie.nl/verbeter-de-wereld-in-een-zin/) zet je me aan het denken. Schreef ik in een eerdere comment hierboven dat ik dacht niet van koers te wijzigen n.a.v. de Klout-score, moet ik mezelf corrigeren.

    Want ik vond het stiekem wel degelijk cool dat ik van een 63 naar een 64 ging (die inmiddels weer een 63 is…). En werd toen wat actiever op Linkedin bijvoorbeeld (wat niet heel slim is, want dat telt nauwelijks mee, maar dat terzijde).

    En niet alleen de Klout-score, ook het aantal likes en reacties beïnvloeden me. Want n.a.v. jouw vraag: “Waar zit je het meest?” dacht ik eerst nog “Overal (FB/Twitter/IG) ongeveer evenveel”, maar dacht ik later: dat is niet waar. Ik kom namelijk steeds vaker op IG. Want ik krijg daar belachelijk veel meer reacties op mijn maffe hond en haaksels dan op Twitter. Terwijl ik op IG net een jaar zit en op Twitter sinds begin 2011. En die likes en reacties trekken me toch, ondanks dat ik dat natuurlijk nooit openbaar zal toegeven ;-) Het is een soort beloningsmechanisme dat m’n ego streelt. Maar niet per se mijn invloed vergroot (behalve op het terrein van maffe honden en hippe haakwerkjes).

    Wat een ontboezemingen. Waar wilde ik ook al weer heen? Oh ja: het begint natuurlijk met de vraag, op welk vlak wil je een autoriteit zijn, op welk medium kun je dat opbouwen en hoe doe je dat (het antwoord op die laatste vraag geef je perfect weer in je blogpost). En in hoeverre laat je je (af)leiden door prestatie-indicatoren als Klout (of pagerank of bezoekersaantallen)? Ik zou bijvoorbeeld mijn Kloutscore kunnen verhogen door nog actiever te worden op IG, maar dat zou mijn doel niet dienen. Prestatie-indicator wel behaald, doel niet. En dat zou tot de conclusie kunnen leiden dat je prestatie indicator niet klopt (of in ieder geval niet kritiek is). In hoeverre merk jij de relatie tussen je Klout-score en je doelen?

    • Ja, ik snap wel dat het aantal hartjes voor hip haakwerk op Instagram hoog ligt. En ik snap ook dat dat leuk is.

      Antwoord op of je je laat afleiden: ja, dat gevaar zit er altijd in. Maar focussen op traffic is niet zinvol. De ijdelheidsindicatoren. We zijn er allemaal gevoelig voor, maar bij mij gaat het er uiteindelijk om of ik 36 cursisten per jaar heb. Dan ben ik totaal gelukkig. De rest is in feite bijzaak – hoewel het erg helpt, comments en retweets, als aanmoediging om goed mijn best te blijven doen voor dit blog. Ook als ik een keer een dipje heb, zoals vorige week.

      Het komt er eigenlijk op neer dat ik graag dingen wil doen die zin hebben, en of ze zin hebben merk ik alleen aan de reacties van anderen. Dat geldt voor iedereen denk ik. Dus we zijn allemaal verslaafd aan comments en retweets enz. Logisch.

      Bij Klout: ik zou hem niet kunstmatig verhogen. Ik kijk naar wat andere mensen hebben die vergelijkbare dingen doen en dan denk ik dat mijn score redelijk klopt. Hoger hoeft niet. Maar lager vind ik ook weer niet leuk.

      Ja, ijdel.

  • Net als Loes ben ik dus ook een stille volger. Dat komt omdat ik zwaar onder de indruk ben. Ik wil graag een keer een cursus volgen bij de Blogacademie maar ik vind eerst dat ik meer blogervaring moet opdoen, dus ik ben nu begonnen aan een cursus voor gewone stervelingen (in een gebouw en zo). En als ik dan straks weer een blog van jou lees en denk: “ja, ik denk dat ik kan aanhaken!”, dan… dan schrijf ik mij in! Tot die tijd admireer ik van een afstand :)

    • O, bewonderen is helemaal niet nodig. En een comment is gewoon leuk. Ik ben ook maar een mevrouwtje met bijna grijs haar dat de hele dag in een kamertje zit te typen.. zonder contact hou ik het niet vol!

  • Citaat: “Ik kan hem niet helpen, ik kan geen grapjes met haar maken, we drinken nooit een kopje koffie samen.”

    Zo benieuwd waarom je niet schreef: “Ik kan haar niet helpen, ik kan geen grapjes met hem maken …” ;-)

  • Oudere sites hebben inderdaad het voordeel dat ze vaak meer links hebben die ze in die historie hebben opgebouwd.

    Als ze dan naast een hele hoop links ook nog heel veel goede content hebben dan hebben ze veel zoekwoorden om op te scoren en blijven mensen ook nog lang op hun site.

    • Dank. Het enige wat ik me dan nog afvraag is hoe Google dan weet of je inhoud goed is. Die programmaatjes lezen immers niet, ze herkennen alleen woorden. Maar je zei net al dat niemand het precies weet. Hm..

  • Toolbar Pagerank is iets dat nog minder dan 1x per jaar wordt ge-üpdate. Het is leuk om naar te kijken maar je hebt er niet zo gek veel aan.

    Pagerank is van oudsher gebaseerd gebaseerd op links en de kwaliteit van links naar je website.

    Intern gebruikt Google een hele andere Pagerank. En wat die doet weet niemand.

  • Dus ze wegen ALLEEN de inhoud?
    Nou ja, alleen inhoud… links, techniek…een complex algortime dat niemand kent :)

    Vraag twee: om de kwaliteit van de inhoud te meten tellen ze niet de omvang van het bezoek mee? Dat kan toch haast niet…

    Nee. Doen ze niet. Kunnen ze ook niet, want Google weet niet van iedereen hoeveel bezoekers ze hebben. Niet iedereen heeft Google Analytics.

    • Hoe zit dat dan met de pageranks van grote sites? Hier is een grote site met Pagerank 7
      – is die alleen gebaseerd op hun inhoud?

      Zijn oudere sites in dat geval altijd in het voordeel (meer inhoud)?

  • Dus ze wegen ALLEEN de inhoud?

    Vraag twee: om de kwaliteit van de inhoud te meten tellen ze niet de omvang van het bezoek mee? Dat kan toch haast niet…

  • Ook retweets tellen niet direct mee in je ranking. Google heeft laatst verklaard dat Social Media signalen niet meetellen bij het ranken van zoekresultaten. Maar dat kan zomaar weer veranderen, dat weet je nooit.

    Daarmee zeg ik niet dat je social media moet verwaarlozen. Het is goede exposure en een bron van traffic. En die traffic kan een nieuwsbrieflezer worden of iemand die naar je gaat linken. En linken is wel goed voor Google ranking.

    Met die bezoekersaantallen: het heeft meer met volgorde te maken. Google rankt webpagina’s op basis van haar algoritme. En als je dit goed doet dan krijg je bezoekers. Maar om dan nog een keer extra bezoekers te geven als je al extra bezoekers krijgt lijkt mij onlogisch :)

  • Je opmerking ‘Tuurlijk. Hoe meer mensen je lezen, hoe blijer Google is’ klopt niet.

    Google (voor zover het een mens is met gevoelens ;-) ) wordt niet per se blij als jij veel traffic hebt. Google stuurt traffic naar jouw site op basis van haar algoritme.

    Als jouw lezers dan blij zijn met de inhoud dan kan het zijn dat dit je nog betere posities oplevert.

    Want als een gebruiker in Google een zoekwoord intypt en op jouw pagina klikt en nooit meer terugkomt in Google (en iedereen doet dit) dan is dat een heel goed resultaat. Het schijnt dat Google dat meeweegt in haar algoritme. Dat heeft Google zelf nog nooit bevestigd trouwens.

    Het interessante met dit soort dingen is dat als zoveel experts het zeggen dat het dan als waarheid wordt aangenomen. Terwijl ook een groepje experts het af en toe helemaal mis heeft.

    Ik wijk af.

    • Ja, daar was ik al bang voor, Hans. Dat het misschien niet helemaal klopte. Ik kon niemand bereiken vrijdagavond voor advies. Dus dat moet ik weghalen? Alleen de mensen die mij retweeten enz. doen ertoe voor de zoekresultaten?

      En weegt Google het dan helemaal niet mee als je 100.000 bezoekers per dag haalt?

  • Weer zo’n lekker stuk wat me aan het denken zet en confronteert met mijn eigen online sociale gedrag.

    Genoeg redenen om het het soms bij te laten, de touwtjes te laten vieren. Maarrehm, vriendschappen, zeker de online, gedijen niet uit zichzelf. Daar moet je voor zorgen, net als voor een mooie plant of bloemen in een vaas.

    Verzorg ze goed, wees lief en ze zijn goed voor jóu. Met mooie volle bloemen en glimmende groene bladeren. Daar wordt je toch blij van?

    In ieder geval Kitty, met jou wil ik nou best wel heel veel contact :) .

    Groetjes
    Moniek

    • Ja, klopt. Je kunt er niet een maandje tussenuit. En als je veel mensen kent wordt het ook echt verdomd moeilijk om alles bij te houden. En toch zou ik het niet volhouden. Elke week een stuk, zonder comments als die van jou! Dank je!

  • Van algoritmen heb ik nog nooit wat gesnapt, dus dat is aan mij niet besteed. Ik vind het stiekem altijd wel leuk wanneer mijn Kloutscore weer wat omhoog kruipt en ik ben ook altijd weer teleurgesteld als ik punten verlies. Het strebertje in mij… en dat terwijl ik me eigenlijk maar heel lukraak begeef in de social media. Meer FB dan Twitter, want op FB zit ‘mijn publiek’.

    Voor Twitter hanteer ik mijn eigen Twitter-quotiënt: aantal volgers gedeeld door het aantal tweets. Als ik een paar 100k tweets zou moeten verzinnen voor een paar duizend volgers, dan is dat voor mij zinloos, lees: waste of time.

    Mijn voormalig coach zou zeggen: het spel heet geld. Tja en dat is heel moeilijk meetbaar. Volgens mij is er geen klant die me via de sociale media heeft gevonden. Tot nu toe kennen mijn klanten me van de artikelen die ik schrijf in de krant. Raar maar waar. Ook die worden gedeeld. Mijn stukken worden uitgeknipt en bij de buurvrouw in de brievenbus gestopt. Heb ik gehoord. Of bewaard voor zoon of dochter.

    • De krant, dat werkt natuurlijk net zo goed!

      Ik geloof dat het aantal tweets delen door het aantal volgers niet werkt. Je moet ook de tijd dat je op Twitter zit meenemen. Maar ik denk dat retweets en interactie belangrijker zijn. Zou wel leuk zijn om dat statistisch te onderzoeken, volgers maal tweets maal tijd.

  • PS. Ik zie dat ik een foutje heb gemaakt in het stuk. Je krijgt in Hootsuite iedereens Kloutscore te zien. Ook als ze geen account hebben. Behalve die van jou. Heb jij hem geblokt?

      • Gek, want van allerlei andere mensen van wie ik weet dat ze niet op Klout zitten zie ik de scores wel. Hootsuite straft je misschien wegens gebrek aan loyaliteit ;-)

    • Veel mensen vergeten dat ze zich ooit bij Klout aangemeld hebben en hebben er geen erg in om in Twitter bij instellingen de ’toegang’ van de applicatie in te trekken. Dus blijf je hun score zien.

  • Dat Klout verhaal, tja… Ik ben ermee gestopt omdat ze inderdaad veel nadruk leggen op FB en daar zat en zit ik niet en zal ik ook nooit zitten (heb niet mensen zoals jij, Kitty, waar dat kanaal ideaal voor is om met ze in contact te blijven). Dus kwam mijn Klout score nooit hoger dan af en toe de piek van 58.

    Daarnaast vond ik het niet fijn dat ik dat getal regelmatig ging checken, als een soort beoordeling of rapportcijfer ofzo. Zoals je aangeeft: wat zegt het nou precies, hoe en wat meten ze op welke manier? En als je eens een paar weken niet of nauwelijks actief bent vanwege omstandigheden, daalt ie ook rap, omdat Klout alleen de laatste 30 dagen pakt (misschien is dat inmiddels veranderd?).

    PeerIndex schijnt breder te zijn, maar minder bekend en wordt daardoor dus minder gebruikt. Klout is bekender, wordt door SoMe tools als Hootsuite automatisch weergegeven indien van toepassing en er werden in het verleden zelfs events georganiseerd waar je met een Klout score die lager was dan 50 niet binnenkwam.

    Los van traffic en wat voor scores dan ook, gaat het inderdaad om contact, leren, iets opsteken, een hart onder de riem of een eye-opener krijgen, mensen met elkaar verbinden en/of met relevante info/tips. Lezen en leren over dingen waar je anders nooit over gehoord zou hebben omdat sommige mensen die je volgt in die werelden zitten. Het verbreedt en verdiept je horizon.

    Het is zoals in het echte leven, ja en daar heb je ook netwerkers, verbinders, geïnteresseerden, afzijdigen, specialisten, omnivoren, egoïsten, fakers, alles-delers, sociaal meer of minder handigen enzovoorts… Op sommige vlakken zijn we beginners op andere vergevorderd. ;-)

    • Eens met de tweede helft.
      Eerste helft: ja, Klout is het meest gebruikt. En daarom is het een instrument. Of je wil of niet. Maar je kunt het ook negeren. Wel zo rustig.

  • Er staan soms veel reacties bij de plaatjes. Ik kom er weinig, maar voor sommige mensen is het net zo inteactief als Facebook en Twitter kunnen zijn.

    De Groten der Aarde zijn een ander verhaal. Die beheren hun accounts vaak ook niet eens zelf (zie hierboven een comment over Anouk).

  • Het lijkt allemaal zo logisch, maar ben blij dat je de aandacht er op vestigt. Ik zie dat mijn dochter (middelbare school) vooral via Instagram communiceert. Hoewel, communiceren? Dat medium is bijna alleen zenden. Vooral bij de Groten der Aarde… Ongetwijfeld de reden dat dat sociale medium voor mij voelt als een uitgeholde boom: daar valt niets te halen!

  • He, toch jammer…mijn top 25 positie in de ranglijst van twitterende huisartsen, gebaseerd op mijn Kloutscore, zegt dus niks! ;) Balen! Haha!

    • Nee, dat hoeft helemaal niet. Die lijsten zijn trouwens sowieso lukraak. Wat meten ze? Alleen Twitter? Meten ze dan de interacties met anderen? De inhoud van je tweets? Enzovoorts.

  • Fijn stuk weer en interessant over Klout, dat verklaart waarom IG bij mij belachelijk (46%) meetelt (is ook van FB toch?). Gevoelsmatig klopt dat niet, zowel wat betreft aandeel in invloed/bereik als wat betreft de inspanning die het kost om die invloed op te bouwen op bijvoorbeeld Twitter of Linkedin).

    Raak punt in je post vind ik de vergelijking met het echte leven, die vergeten mensen nog wel eens. Dat je (zoals ik deze week hier http://www.xelvin.nl/nieuws/social-media-niets-voor-mij schreef ) in de kroeg ook niet alleen loopt te roeptoeteren maar (hoop ik) ook naar anderen luistert en/of reageert op wat zij zeggen. Ook online gaat het om echt contact en je in elkaar verdiepen.

    • Ja, dat is wel apart, dat Instagram ook zo zwaar meetelt. Ik zou me er eigenlijk eens in moeten verdiepen, maar dan denk ik weer.. nah. Voor je het weet ben je alleen maar bezig met het uitpluizen van algoritmen.

      • Dat heb ik zelf ook, zoals je zelf al aangeeft: met een korrel zout nemen. En al zou ik precies weten hoe het zit, zou ik dan wat anders gaan doen, om die score? Denk het niet.

        • Ikzelf doe wel degelijk dingen anders vanwege mijn Kloutscore. Ik geef het eerlijk toe. Ik vind hem belangrijk OMDAT hij te zien is op Hootsuite. Dus alleen omdat hij er is, is hij belangrijk. Hij geeft toch een indicatie. Sinds vorig jaar sta ik rond de 65 punten. Als ik zie dat het begint te dalen, post ik wat meer op Facebook. En ik durf te wedden dat iedereen die op zijn Kloutscore let zulke dingen doet.

  • Mooi voorbeeld van zo’n BN’er ‘met invloed’ is Anouk: 141K volgers op Twitter, o volgend! Ze komt er (nog) mee weg….

    PS: ik volg haar niet!

    • Tsss. Raar. Kennelijk geeft ze niks om Twitter? Even checken… O, ze beheert het niet eens zelf. Allemaal dienstmededelingen. Af en toe mogelijk een eigen tweet.

      Wat je eigenlijk wil weten is: hoe goed is de interactie? Of hoe goed zijn de tweets? Het gaat om kwaliteit. Van de inhoud van de tweets of van het contact… geloof ik… ik volg ook mensen die mij niet kennen omdat ik hun taalgevoel zo geweldig vind. Bijvoorbeeld. Als er een keer een reden voor is stuur ik ze gerust een tweet.

  • Ha, ik ben zo’n stille anonieme lezer. Die nooit reageert, behalve nu. Maar die jou toch al een keer of vijf heeft aanbevolen bij collega’s…

  • Toevallig (of niet) vroeg ik me deze week af of er een relatie is tussen het aantal tweets en het aantal volgers. Ik kwam namelijk achter elkaar twee twitteraarster tegen. Eentje met 100K tweets en 5,5K volgers. De ander met 6K tweets en 6K volgers.

    • Nee, geen lineair verband. Het gaat om kwaliteit. Teveel tweeten schrikt mensen ook af. Teveel posten op Facebook net zo. Iedereen is overvoerd: de oplossing is volgens mij om heel kritisch te zijn in wie je volgt en terugvolgt en wie je in je timeline toelaat. Op elk social medium kun je gelukkig worden of ongelukkig, hangt af van jouw selectie.

      Een van de criteria of ik mensen terugvolg is of ze wel gesprekken voeren met anderen. Accounts die alleen maar zenden volg ik zelden. Dan moet het al een heel bijzonder iemand zijn.

      En je werkt natuurlijk met lijsten. Toch?

      • Ja, lijsten zijn heel handig, zeker voor een introvert als ik, die de kriebels krijgt van teveel impulsen. Blij dat ik die tip al eerder van je kreeg, anders was ik misschien afgehaakt :-)

Leert goede schrijvers de laatste 20%
google-site-verification: google3d8706b2d2bb5ca6.html