Leert goede schrijvers de laatste 20%

Waarom je niet snapt wat je niet weet – en verstoord moederschap

Sommige mensen schrijven zó slecht dat ze niet snappen hoe slecht ze schrijven.
Ik begreep nooit hoe dat kon tot ik een lezing zag van John Cleese: Met die lezing over creativiteit trekt Cleese al jaren de wereld over. Elke opname die op YouTube verschijnt verdwijnt meteen weer. Ik kan er dus helaas niet naar verwijzen.

To know how good you are at something requires the same skills as it does to be good at that thing. Which means if you are absolutely hopeless at something, you lack exactly the skills to know that you’re absolutely hopeless at it.

Het is een verontrustende gedachte. Want geldt dat eigenlijk niet voor alles?

Deze week keek ik naar Je Ne Suis Pas Un Homme Facile. Op Netflix. Het is een B-film met een fascinerend thema: een versierder loopt met zijn hoofd tegen een lantaarnpaal en als hij wakker wordt zijn de rollen omgedraaid. Vrouwen zijn mannen, en mannen zijn vrouwen.

De mannen dragen corrigerend ondergoed. Je moet wel je best blijven doen als je ouder wordt, zeggen ze tegen elkaar.

Vader klaagt dat hij jarenlang moest toegeven in bed, zelfs als hij geen zin had. De zonen zuchten berustend: je deed wat je kon, pa.

En ja, vrouwen strijken niet. Uiteraard niet.

Verbazingwekkend. Je ziet pas hoe bizar ons gedrag is als je de rollen omdraait.

Er zijn een boel dingen die we niet willen weten

Meestal zijn dat de dingen waar je het hardste om moet lachen als iemand anders ze hardop zegt.

Ik moest lachen om de gedachten van Major Pettigrew over zijn volwassen zoon.

Geestig, licht en erg Brits

De majoor is een gepensioneerde beroepsmilitair met een warm hart. Tot zijn spijt is zijn zoon Roger een financier in de city.

The city was full of blunt, arrogant young men these days and Roger, approaching thirty, showed few signs of evolving past their influence.

Hij belt zijn zoon over de begrafenis van zijn broer.

‘Will you come down the night before?’ asked the Major.
‘No, I’ll take the train. But listen, Dad, don’t wait for me. It’s possible I might get stuck.’
‘Stuck?’
‘I’m swamped. There’s a big flap on. Two billion dollars, tricky buyout of the corporate bonds – and the client’s nervous. I mean, let me know when it’s finalized, and it’ll go in my calendar as a ‘must’, but you never know.’
The major wondered how he was usually featured in his son’s calendar. He imagined himself flagged with a small yellow sticky note – important but not time sensitive, perhaps.

Ik moet er om lachen, want ik was ook het type student dat zelden thuis kwam. Inmiddels heb ik zelf vriendinnen die klagen over hun kinderen.

Als ik P. niet uitnodig, zie ik haar nooit

zegt A. ‘Maar ik wil dat ze uit zichzélf komt.’
‘Geen kans’, zeg ik. ‘Dus blijf haar maar bellen.’

Het is een taboe: dysfunctionele gezinnen. Maar ik dacht dat ik geen last had van zulke taboes. Ik dacht dat ik zo’n beetje alles wel gezien had. Tot een Amerikaanse vriendin me haar artikel stuurde.

Mothers as storytellers

Disability Studies is een nieuw vak in de VS, en bij gebrek aan bestaand onderzoek bevragen de beoefenaars eerst maar eens zichzelf. Op postmoderne wijze, want dat is daar nog in de mode.

Linnéa Franits kreeg een zoon met een aangeboren hartafwijking, waar hij als baby en als kind zware operaties voor onderging. Het kwam goed.

Hij heeft ook Asperger – hoogfunctionerend autisme. Franits beschrijft hoe haar verhalen over haar moederschap afwijken van die van anderen. (Download het artikel hier).

When a narrative about a birth does not traverse the expected arc (anticipation of the birth, to the climax of the birth itself, to the resolution of a healthy baby) there are alternative narrative scripts that mothers may choose […]

Maar je hebt wel een happy ending nodig.

One of the most familiar narrative patterns is one where the individual with the disability is either cured or gets beyond his condition in some other way.

Maar haar zoon blééf maar autistisch. Zelfs in het veld van Disability Studies kun je daar geen goede sier mee maken:

I have presented the story of  my son’s cardiac condition to a number of […] academic conferences, but have never been invited to speak about his autism.

Ze stelt het vast. Er valt niets aan toe te voegen. Er valt ook niets aan te verhelpen. Als ze schrijft:

Disability complicates motherhood in very individualized ways.

lees ik iets anders dan er staat. Ze bedoelt: je bent alleen. Je valt buiten de orde. Deal er maar mee.

En ik lees nog meer, tussen de regels.

Dit is geen artikel over moeders als verhalenvertellers

Het is een artikel over hoe je ’s ochtends de kamer van je peuter binnenloopt, om hem aan te kleden. Maar je peuter is boos, want je stoort hem. Elke ochtend opnieuw.

Het is een artikel over hoe je met je kleuter gaat wandelen in de bergen. Je kleuter kijkt je aan: het pad gaat toch zeker niet omhoog? Hij gaat zitten en weigert om nog op te staan.

Het is een artikel over een puber die op je verjaardag appt: O, ben je jarig? Lekker belangrijk. 

Ik had nog nooit een artikel gelezen over de moeders

Het gaat altijd over hoe je de kinderen kunt helpen, terwijl de kinderen juist niet geholpen wíllen worden.

Het is een artikel over verstoord moederschap.

Ik wist niet wat het was, tot ik het las.

Plaatje van een blad. Einde van de post.

tips voor beter bloggen

(Zet je VPN uit als de knop niet werkt).

Over Kitty Kilian

Kitty Kilian

Schreef voor NRC, gaf les aan vakopleidingen Journalistiek. Sinds 2011 docent copywriting | De Blogacademie. Delicate as a hand grenade.

Cursussen:
Blogbasics (beginners)
Blogpro (professionals)
Karakter & Dialoog (fictie)
Little Black Dress (strakke huisstijl)

47 comments

  • Troostend en stof tot nadenken. Want eigenlijk te gek voor woorden dat we óók dit individueel aan het uitpuzzelen zijn. Ondanks extra intensief contact met school en onderzoeksinstituten.

    Dank voor het aanpassen van je oude blog. Voor deze verstoorde moeder was dit precies de goede timing :)

  • Wat een goede blog, en wat een interessant onderwerp. Zeker nu net het boek Spijt van het Moederschap is vertaald en verschenen. Niet dat zij spijt heeft of behandelt, maar verstoord moederschap is ook nog een taboe.

    Het niet kunnen moederen, niet zoals je zou willen, niet zoals de samenleving denkt dat moederen is, dat is precies is eigenlijk een van de onderbelichte aspecten van moederschap.

    Heel interessant, ik sla ‘m op.

    • Ja, alles dat niet rozegeur en maneschijn is, rond ouderschap, is niet-pc als onderwerp. Andere mensen willen het niet horen. Tenzij ze de situatie herkennen.

  • Ik las je blog een paar jaar geleden en toen raakte het me. En nu lees ik hem weer, ergens rinkelde er wel al een klinkt-bekend-belletje, en opnieuw raakt het idee van ‘verstoord ouderschap’ me. Een deken die van je af getrokken wordt en vervolgens om je schouders wordt gelegd, dat gevoel.

    Dus nogmaals dank van deze verstoorde moeder van een neurodivers kind.

    • Wat Franits schreef, raakte mij diep. Ze benoemt een taboe. En daar is nog niks in veranderd. Ik vond het troostend, het is altijd troostend als iemand je begrijpt.

  • Weer stof om na te denken,ook al moet ik het drie keer lezen, voordat ik het begrijp, maar dat heb je als je een beroerte gehad hebt, like me; lees het morgen graag en zeker nog eens

  • Leuk, stuk en zo waar ook! Vooral erg toepasselijk voor mij nu, als moeder en student orthopedagogiek. Helemaal nu ik voor een tentamen mij moet worstelen door een boek van bijna 900 pagina’s genaamd: Children with Disabilities

      • Daar is het het boek niet echt naar. Het gaat veel meer over wat normale ontwikkeling is en wat dan de verschillende disabilities zijn, comorbiditeit, wat de mogelijke oorzaken zijn, de problemen die dat met zich mee kan brengen (op alle vlakken), welke screenings er allemaal zijn, hoe een diagnose gemaakt kan worden en welke opties er zijn voor behandeling en welke artsen, therapeuten, counselors etc. er allemaal bij betrokken (kunnen) zijn. Heel klinisch dus. En gaat echt van Down-syndrome tot FAS (Fetal Alcohol Syndrome) en weet ik wat allemaal.

        Aandacht voor de ouders is wel iets wat in mijn studie (en werk als traumatherapeut) aan de orde komt, maar niet per se in dit boek. Wel waar ouders terecht kunnen (bijvoorbeeld een counselor specifiek voor als er sprake is van genetische afwijkingen). Of als er slaapstoornissen zijn of eetstoornissen en bepaalde toegefelijkheid bepaald gedrag instand kunnen houden of kunnen verergeren door conditioneren en dat ouders daar bewust van gemaakt kunnen worden en hulp kunnen krijgen dat te doorbreken. Maar dat is vrij summier.

      • Ja, veel. Maar wat ik bij Franits voor het eerst las is de invalshoek van de ouder. Alle boeken over kinderen met ass zijn geschreven vanuit de noden van het kind. Het zijn handleidingen voor ouders. Natuurlijk staat er ook een hoofdstuk in over dat je goed voor jezelf moet zorgen. Maar wat het echt voor een ouder betekent, als de emotionele relatie verstoord is, dat is geen onderwerp.

        Hoeft ook niet de hele tijd. De dingen zijn zoals ze zijn. Maar haar artikel gooide een soort deur voor me open, die tot dan toe dicht zat. Ook emotioneel.

  • Dit stuk houdt me nu al dagen bezig. Verstoord moederschap.
    Dank je dat je dit zo opschrijft. Ik voel me ineens begrepen als verstoorde moeder…

  • De verrassende invalshoeken die jij steeds weet te vinden voor je verhaal, maken dat er voor mij steeds weer iets te ontdekken is wat ik nog niet wist. Waarschijnlijk een van de redenen waarom ik je blogs nog steeds graag lees :-)

    Over ouderschap met een autistisch kind heb ik laatst een prachtig boek gelezen van Aaltje van Zweden (vrouw van..) ‘Om wie je bent’. Ze beschrijft hoe haar ontdekkingstocht in het opvoeden van haar zoon aanleiding was voor de zoektocht naar zichzelf. Ze verweeft haar leven als vrouw van de beroemde dirigent, met haar rol als moeder, opvoeder, huisvrouw en voorvechter van muziektherapie voor autisten. Daartussen beschrijft ze haar eigen jeugd waarnaar ze anders naar leert kijken door dit kind. Een van haar mooiste ontdekkingen is wanneer haar zoon halverwege twintig is en zij terugdenkt aan een gesprek toen hij nog vijf was. Na afloop van een bijeenkomst om ouders van autisten te interesseren voor muziektherapie sprak een man, met zelf een autistische zoon van in de twintig haar aan. Hij vertelde haar dat hij haar enorm bewonderde om haar strijdlust en initiatief voor het opzetten van de muziektherapie in NL, maar dat hij ook zag dat zij nog maar aan het begin van het acceptatieproces zat. Pas nu haar eigen kind zo oud was, begreep ze dat. Dat ze klaar was met opvoeden en dat haar kind mocht zijn wie hij was, maar nu pas echt. Acceptatie.

    • Dank je, Hazel. Aardig van je. En die man had natuurlijk gelijk. Maar alles kost tijd. Eerst moet je begrijpen, dan moet je je er toe verhouden, en tenslotte moet je het laten gaan.

      En aan de andere kant had hij misschien ook ongelijk. Je hebt een enorme hoeveelheid energie nodig om een kind dat niet neurotypisch is te verdedigen. Overal, elke dag. Stel je voor dat je die vechtlust inlevert omdat je je er te vroeg bij neerlegt dat je kind nou eenmaal anders is.

  • Die Franse film gaat over sexisme toch? en dat we dingen normaal vinden (vrouwen die strijken) die dat niet zijn? Vanochtend ging mijn vrouw vlaggen bij de voetbal van mijn zoon. Een taak voor vaders. ‘kan Jochum het niet doen?’ ‘Jochum, laat je je vrouw vlaggen?”en zo nog wat opmerkingen. Dat verbaasde me niet, een voetbalclub is een conservatieve plek.
    Wat me wel verbaasde was dat mijn vrouw zei: “Jochum vindt dat we geen onderscheid moeten maken tussen man en vrouw.’ Jochum vindt dat. Niet zij.

    • Jaaa. Precies dat.

      De film gaat over seksisme, schat ik in, maar in feite gaat hij over cultuur. Over ons zelfopgelegde rollenspel. Iedereen mag zich er aan onttrekken, maar je moet er steeds bij nadenken. En je moet je verzetten. Vrijdenken is werk ;-)

  • Ken je Alice van der pas? Ze is pas overleden maar heeft mooie gedachten over ouderschap beschreven in de loop der tijd. Ook de rauwe kantjes ervan. Ambivalent is t woord dat ik door haar leerde snappen (en in de praktijk herkennen en accepteren).

        • Ja, er is vanalles te zeggen over ouderschap in het algemeen. Maar zelf ben ik geïnteresserd in ouderschap bij a-typische kinderen (en ouders).

          • Jep. Dan heb ik geen input voor je.

            (Vergeef me mijn stokpaardje ;-). Ouderschap kan niet snel te veel aandacht hebben.
            Ik denk dat ouders van a-typische kinderen (noodgedwongen) hyper-opvoedskills hebben ontwikkeld maar dat de gangbare theorieën over ouderschap in basis ook voor hen van toepassing zijn. Daar bovenop komt het specifieke.)

            Ik hou mijn oren en ogen voor je open.

            • Ik ben het helemaal met je eens. Maar mijn taak als opvoeder zit er wel zo’n beetje op. (Hoera, vrijheid!)

              Mijn interesse, in het geval van deze post, is vanuit welke invalshork je naar de ouder-kindrelatie kijkt. Het wetenschappelijke artikel van Franits was het eerste dat ik ooit las, dat het opvoeden van een challenged kind vanuit de moeder bekijkt. Dat was een eye opener op zichzelf, dat dat ongebruikelijk is.

  • Mooie blog en interessant artikel van Franits. Ik vind haar einde ook fascinerend, over interdependency.

    Ze zegt daar:
    “One of the women in Kittay’s network of othermothers relays a
    sweet story of reciprocal learning between herself and Kittay’s daughter, a story that Kittay uses to illustrate her idea of “care as labor and care as relationship” (157).
    The demarcation between independence and dependence is generally determined by context, yet in this society we continue to subscribe to an either/or paradigm with little room for situations that don’t fit either end of what is more likely a continuum between complete independence and dependence.

    Het gaat over verstoord moederschap, maar ook over ánder moederschap, met andere zingeving en andere verhalen. Dat vind ik fascinerend en ik herken het ook, bijvoorbeeld als ik kijk naar de zorg van mijn moeder voor mijn vader (met een progressieve hersenziekte), maar ook mijn zorg voor mijn vader. De rollen zijn dan omgedraaid (hij zorgt niet meer voor mij, maar ik zorg voor hem), maar ook op die manier is er een band. Anders dan traditioneel, anders dan je misschien zou willen, maar soms ook machtig mooi.

    Hoe ervaar jij dat?

    Je laatste zin vind ik wel een eye-opener: “Het gaat altijd over hoe je de kinderen kunt helpen, terwijl de kinderen juist niet geholpen wíllen worden.”
    Ik vraag me ook af: hoe zit het in dat geval met de moeders? Willen die wél geholpen worden, of willen die liever zichzelf helpen en hun eigen pad vinden, hun eigen verhaal construeren?

    Nou, volop gedachten nav je stuk. Mooie blog!

    • Dat zijn veel vragen.

      1. Franits gebruikt de term interdependency als ik het goed heb om aan te geven dat een disabled kind (volwassen) niet alleen afhankelijk is van de moeder, maar dat dat andersom ook geldt. De moeder vult haar rol in als verzorger van het kind. En het hoeft geen onvrede op te leveren. Misschien heb ik dat uit een ander artikel van haar.

      Met othermothers bedoelen ze gewoon andere verzorgers. Postmodern gedoe.

      De term verstoord moederschap heb ik zelf verzonnen. Zij noemt het niet zo. Maar de kern van een kind met een forse dosis autisme hebben, is dat het kind niet op je reageert zoals je zou willen. Het wil geen band zoals jij die wil. En dat je elke keer opnieuw moet slikken. Je went er aan, maar de disconnectie blijft.

      2. Zorgen voor demente ouders is van een andere orde. Dementie hoeft de emotionele band niet aan te tasten. En die band is er vroeger wel geweest. Dat weet je nog. Maar ja, inderdaad: al die typen zorg hebben ook goede en mooie kanten.

      3. Haar artikel raakte me omdat niemand de zaak ooit vanuit de ouders beschrijft. De ouders moeten vaak een hele strijd leveren, op school, tegen pestkoppen, bij stages, tegen onbegrip in de omgeving enz. en ze moeten ook nog met hun eigen emoties in het reine komen. Schaamte speelt een rol, en dan weer schaamte dáárover. Ik heb bewondering voor ouders die optimistisch en positief blijven. Dat moet en dat kan, maar ze moeten het zelf doen.

      • Interessante punten! Je eerste punt is heel essentieel: je kind reageert anders dan jij zou willen, wil geen band zoals jij die wilt. Niet een keertje, maar zijn hele leven lang. Dat is een essentiële disconnectie op een diep emotioneel niveau.

        Wel interessant is dan dat jij nog steeds enorm veel van je kind kunt houden. Ook al is de band niet symmetrisch (is dat ooit wel zo?) en anders dan je zou willen. Die liefde blijft er. Toch?

      • Precies dit is wat we in ons patientcontactonderwijs in het Radboudumc beogen: niet alleen de patient vragen hoe het hebben van een ziekte of beperking je leven beïnvloedt, maar bijv. ook van ouders van kinderen met een (verstandelijke) beperking, autisme of andere (ernstige of chronische) ziekte. Hoe het hun leven beïnvloedt en hoe het hun kijk hun rol in deze relatie is. Wat ik geleerd heb, is dat het voor iedereen verschillend is. En dat je kunt rouwen om het moederschap dat je graag had willen hebben, maar nu anders is. Is dat verstoord moederschap? Ik weet het niet. Misschien is het wel atypisch moederschap?

        • Ja…het is verstoord moederschap. Noem het gewoon wat het is. Je moet als moeder elke keer weer opnieuw heel hard werken om toch een band te voelen met je kind.

        • Goed dat jullie dat doen!

          Geloof mij, Marianne, het is verstoord. Dat is bij elk type aandoening natuurlijk anders, maar als het gaat om ass dan is er altijd storing op de zender bij de ouder. En de ouder past zich altijd aan, dat is zijn of haar taak. Maar de bevestiging die de ouder normaliter als beloning krijgt, blijft uit, of hij is veel minder. Een ouder krijgt dan veel te slikken. Dat is een taboe, want je hoort alles voor je kind over te hebben. Hoe goed je dat kunt handelen hangt waarschijnlijk van heel veel dingen af, onder meer van of je nog andere kinderen hebt, met wie het wel naar verwachting gaat.

          Dat Franits, de mevrouw die ik citeer, nooit gevraagd wordt om te spreken over haar ervaringen met het autisme van haar zoon, maar wel over zijn hartconditie, zegt alles.

          Er is ook geen oplossing. Sommige dingen zijn zoals ze zijn. Maar toen ik haar artikel las, heb ik voor het eerst in jaren gehuild.

        • Marianne, ik heb van je post wakker gelegen. Als moeder van 2 kinderen met een mitochondriale aandoening waarvan de jongste is overleden en de oudste inmiddels 25 is en Asperger heeft en een flinke geschiedenis van depressie, faal angstig is ivm met de gebruikelijke opgroei probleempjes kan ik je verzekeren dat de moederband verstoord is voor mij, niet voor hem. Het is kei en keihard werken. Alles wat bij een ander vanzelf gaat was een struggle Ik hou zielsveel van hem. Als het moet maak ik een voetreis naar Rome voor hem, maar man wat is het hard werken op aan te sluiten. En dan heb ik nog een hele lieve intelligente sociale autist.

          Onze jongste was niet autistisch. Wel mcg met enorme hersenschade maar niet autistisch En ik had echt contact met hem. Ondanks zijn hersenschade. Je moet het ervaren wil je het begrijpen. Ik hou en hield zielsveel van mijn kinderen maar heel soms wens ik dat ik ze niet had gekregen. Niet voor mij maar voor hen. Ze hebben en hadden beide nóu niet echt een makkelijk leven. Maar het zijn allemaal taboes. Ook in de medische wereld. Dagelijks ervaar ik dat de Mitochondriale aandoening geaccepteerd is want het is fysiek. Maar oh wee…als ik zeg dat ik het moeilijk vind om continue te investeren in het contact dan haakt men af.

          Patiënten contact onderwijs…ik word er wat zuur van. Nog nooit is mij gevraagd hoe ik het als moeder ervaar of ervaren heb. Uiteindelijk ben ik met oudste uitgeweken naar Jan Peter Rake die toen nog in een perifeer ziekenhuis werkte. Hij begreep het. En ook nog maar deels..hoewel ik hem het hoogst heb zitten van de kinderartsen die wij hebben ontmoet. Er is nog een grote slag te halen.

          • Mensen die zo’n situatie niet van binnenuit kennen, snappen het niet. Dat het een jarenlang gevecht is: overal als voorvechter van je kind optreden, en tegelijkertijd veel dagelijkse kleine en grote frustraties en teleurstellingen wegslikken.

            Een enkel gesprek met een goedbedoelende arts helpt niet. Een arts die het zelf of van dichtbij heeft meegemaakt, wel. Ik denk dat je ook onder artsen ervaringsdeskundigen moet werven, voor de opleiding van andere artsen.

            Nou ja, in een ideale wereld.

            • Hi Kitty, klopt, als je zelf niet in die situatie zit weet je nooit wat het is. Net zomin dat je als arts niet niet kunt weten hoe bang je voor kanker kunt zijn, of hoe erg je je kunt schamen voor iets. Maar wat we als artsen wél kunnen doen is ruimte geven aan de ander om ons te leren hoe het is. Zodat we al luisterend een inkijkje in iemands leven kunnen krijgen om daarna sámen te bespreken hoe iemand het beste geholpen zou kunnen zijn. Overigens, ik heb meegewerkt aan een VR-training voor (jonge) artsen om te ervaren hoe het is om in een ziekenhuis bed te liggen en iedereen (bijv. professor die met aanhang een grote visite loopt, langs jouw bed komt en over je heen praat, of een VPK die naast je bed staat en gealarmeerd raakt en zegt dat ze ‘even gaat overleggen’) over je heen gaat. Terwijl jij daar ligt. Unaniem zeggen studenten dat ze zich ontzetten klein en onbegrepen voelen en dan merken ze pas hoe kwetsbaar je als patiënt bent. Hopelijk denken ze hieraan nog eens terug als ze in de kliniek werken.

          • Hi Mo, allereerst mijn excuses: het was niet mijn bedoeling je wakker te laten liggen van mijn post of jouw leed te bagatelliseren, en ook niet om te vergoelijken wat artsen niet goed doen in hun contact met patiënten of hun familieleden. Het is voor een iemand die niet in die situatie zit nooit helemaal te begrijpen hoe die ander het ervaart of voelt, dat is ook precies wat we bij onze lessen vertellen. Wat wij onze studenten wél kunnen leren (en dat doen we vanaf dag 1 van de gnk opleiding) is oog en oor te hebben voor de individuele situatie. Door met de ander in gesprek te gaan en te vrágen hoe het is. We proberen hen te laten leren dat ziekte of ziek familielid/kind niet iets is dat je ff hebt, maar dat het (vaak) je leven bepaalt. In alles. Als je zelf gezond bent (en dat zijn onze studenten meestal) dan hebben ze geen idee. Ook proberen we ze te laten ervaren dat iedere patient anders is, in zijn klachten, wensen, meedenken, ervaren last etc. We stimuleren ook de moeilijke gesprekken zoals je schamen of verdriet hebben. We proberen ze te laten inzien, dat er geen one-size-fits all aanpak is, maar dat ze daarover in gesprek moeten gaan. Studenten vinden dit onderwijs doodeng, maar toch moeten ze het doen. Eerst in groepjes (met reflectie opdrachten) en later meer 1-op-1. In jaar 1 doen ze dit bijv. 18x (en dat is echt een unicum in Nederland). De patiënten/familie die hieraan meedoen zijn heel wisselend: we hebben patiënten van de Vereniging Zeldzamen, maar ook unieke patiënten in het ziekenhuis, eerste lijn of verpleeghuis. We proberen een zo divers mogelijk aanbod te geven. En ja, het is iets van de lange adem…maar deze jonge studenten doen het al zoveel beter dan ik ooit geleerd heb. Dat geeft me hoop.

  • Ja, zaken van de andere kant bekijken, zeeeeer verhelderend. Voor man/vrouw stereotype kan je op twitter en/of Fb @manwhohasitall volgen: hilarisch en eng hoe confronterend het is om te beseffen hoe er tegen vrouwen aangekeken werd…..en wordt!

      • Jaaa die film zag ik ook. Met twee vriendinnen. De herkenning en verbazing ‘ja fuck inderdaad! Zo gaat dat!’
        Overal billboards in de stad van sexy mannen in liggende poses. Borsthaar in mooi streepje geharst. En nette aangeklede zwetende mannen in de hitte, de vrouwen luchtig in bloot bovenlijf. Een vrouw die enorm baalt en daarom met haar hoofd even kort tegen de muur beukt. Oh Ja, dat zie je mannen doen in films.

        De blik van een alien die op aarde neerdaalt en z’n oog uitkijkt.
        Alleen dan met het besef erbij ‘wat doen we in hemelsnaam, wie heeft dit ooit bedacht en afgesproken.’

        Wij zelf dus…

Leert goede schrijvers de laatste 20%
google-site-verification: google3d8706b2d2bb5ca6.html